nummer: 13/616/TB
betreft: [klager] datum: 22 mei 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Marjanovic, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 25 februari 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 15 april 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en
Justitie.
Klagers raadsvrouw mr. S. Marjanovic heeft schriftelijk bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 17 april 1997 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is in november 2000 opgenomen in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen. Bij brief van 20
februari 2013 is het verzoek tot overplaatsing van klager naar Veldzicht aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 25 februari 2013 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht. Deze overplaatsing is op 28 februari 2013
gerealiseerd.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers overplaatsing naar Veldzicht is vanuit het oogpunt van zijn behandeling en gemoedstoestand niet wenselijk. Klager heeft geruime tijd op een afdeling voor intensieve zorg in FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: de Van Mesdag) verbleven en daardoor kon
hij geen vorderingen maken in zijn behandeling. Een overplaatsing naar Veldzicht zal daarin geen verandering brengen en zal eerder zijn behandeling vertragen. Het had op de weg van de Van Mesdag gelegen om de mogelijkheden van behandeling en
resocialisatie te onderzoeken. Voorts is geen rekening gehouden met klagers gevorderde leeftijd, waardoor hij een overplaatsing zowel lichamelijk als psychisch als zeer belastend ervaart. Ten onrechte is niet onderzocht in hoeverre Veldzicht sneller
dan
een andere kliniek de behandeling en resocialisatie van klager ter hand zou nemen. De beslissing is slechts gelegen in het feit dat Veldzicht beschikt over een afdeling intensieve zorg en dat de mogelijkheid bestond van ruiling.
Klager heeft in 2002 dwangmedicatie gekregen en daardoor is hij depressief geworden. Hij heeft ook veel last van bijwerkingen gekregen. Zijn geheugen is erg achteruit gegaan en hij kan vanwege het trillen van zijn handen niet goed meer schrijven. Hij
heeft de ziekte van Parkinson gekregen als gevolg van de medicatie. Klager ziet geen heil in de behandeling door psychiaters. Veldzicht is geen goede inrichting. De inrichting gaat binnenkort dicht en het personeel is gedemotiveerd. Klagers
resocialisatie is mislukt omdat men weigerde zijn medicijnen af te bouwen.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
In de planning is de sluiting van Veldzicht opgenomen per januari 2016 en in Veldzicht worden nog steeds tbs-gestelden geplaatst. De beslissing tot overplaatsing is genomen op grond van het overplaatsingsverzoek van de Van Mesdag van 20 februari 2013.
Uit het verzoek tot overplaatsing blijkt dat het niet haalbaar is gebleken om de behandeling van klager op een minder beveiligde afdeling vorm te geven. Klager heeft vanaf 24 maart 2011 op een afdeling voor zeer intensieve en specialistische zorg
(ZISZ)
van de van Mesdag verbleven. Zijn toestandsbeeld is blijvend instabiel, waardoor het niet mogelijk is geweest om gerichte behandeling middels trainingen en therapieën op te starten. Gezien de zeer lange behandelduur, de ontstane behandelimpasse, het
afwezige ziekte-inzicht en het feit dat hierdoor geen overeenstemming met klager kon worden bereikt ten aanzien van de noodzaak tot behandeling en medicatiegebruik, werd het noodzakelijk geacht om klager een nieuwe behandelpoging te bieden in een
andere
kliniek. Bij een overplaatsing naar een nieuwe behandelkliniek blijft plaatsing op een zeer intensieve zorgafdeling onverminderd van belang. Veldzicht beschikt over een passende afdeling en heeft een geschikte ruilkandidaat voor klager.
Een langer verblijf in de Van Mesdag is, gelet op de aldaar ontstane situatie, niet in klagers belang. Niet is gebleken dat zijn lichamelijke of psychische toestand zodanig zou zijn dat deze aan overplaatsing in de weg zou staan.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het verzoek van 20 februari 2013 tot ruiling met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens
omtrent het al dan niet bestaan van een beheers\vluchtrisico.
De Van Mesdag acht het noodzakelijk om klager een nieuwe behandelpoging te bieden in een andere kliniek.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Klagers stelling dat zijn plaatsing in de Van Mesdag uit behandeloogpunt beter voor hem is, kan niet tot een ander oordeel leiden. Tbs-inrichtingen waarin klager opgenomen zou kunnen worden bieden blijkens toetsing aan de hierboven vermelde criteria
hetzelfde behandelaanbod en hetzelfde kwaliteitsniveau. Aannemelijk is dat een langer verblijf in de Van Mesdag, gelet op de aldaar ontstane situatie, niet in klagers belang is. Voorts is niet gebleken dat klagers lichamelijke of psychische toestand
zodanig zou zijn dat deze aan overplaatsing in de weg zou staan.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar Veldzicht, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 22 mei 2013
secretaris voorzitter