Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0235/TB, 17 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/235/TB

betreft: [klager] datum: 17 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 21 januari 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 april 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. O.O. van der Lee, en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar de longstayvoorziening van FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam van 20 juni 1991 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
Klager is op 20 februari 2006 geplaatst in de longstayvoorziening van FPC de Pompestichting.
Bij brief van 17 december 2012 is het voornemen van FPC de Pompestichting tot overplaatsing van klager naar Veldzicht aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 21 januari 2013 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht.
Deze overplaatsing is op 23 januari 2013 gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag intern overgeplaatst worden naar de locatie De Corridor van de Pompestichting, omdat hij daar veel patiënten kent. Ook zijn partner verblijft daar. Klager heeft wel degelijk bezwaar gemaakt tegen zijn overplaatsing naar Veldzicht;
het hoorformulier van 17 januari 2013 is verkeerd ingevuld. Voorts staat er geen handtekening op het hoorformulier. Veldzicht gaat binnenkort dicht en dan moet klager weer overgeplaatst worden. Klager wil graag naar een behandelinrichting, want hij is
nooit behandeld. Het hoofd van de inrichting heeft geen beslissing genomen op klagers verzoek om overplaatsing naar De Corridor. De meeste longstaypatiënten worden nu vanuit Veldzicht naar De Corridor overgeplaatst. De behandelcoördinator R. heeft met
klager gesproken over de overplaatsing naar een andere longstayvoorziening. Daarbij is Veldzicht genoemd. Klager heeft toen alleen gezegd dat hij Veldzicht niet kent en niets van deze inrichting afweet. Klager verblijft sinds 23 januari 2013 in
Veldzicht en hij voelt zich daar niet thuis. Klager wil weer teruggeplaatst worden naar de longstayvoorziening in Vught. Het beroep dient gegrond te worden verklaard.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Volgens de Pompestichting heeft klager in oktober 2012 aangegeven overgeplaatst te willen worden naar de longstayvoorziening van Veldzicht. De Staatssecretaris heeft het hoorformulier zo opgevat dat klager wel overgeplaatst wil worden, maar liever naar
De Corridor. Klager heeft weerstand tegen de Pompstichting vanwege onder meer klagers wens voor een huwelijk/geregistreerd partnerschap met zijn partner die in De Corridor verblijft. Deze beroepsprocedure heeft echter geen betrekking op klagers wens om
in De Corridor geplaatst te willen worden, nu dit een interne overplaatsing binnen de Pompestichting betreft. Gelet op de ontstane weerstand tegen de Pompestichting acht de Staatssecretaris het aangewezen om klager een nieuwe start te bieden in een
andere kliniek. Indien klager zou worden teruggeplaatst naar de Pompestichting zal de discussie over de plaatsing in Vught tegenover de plaatsing in De Corridor in alle hevigheid weer oplaaien.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het verzoek van 17 december 2012 van de Pompestichting tot overplaatsing van klager naar de longstayafdeling van Veldzicht. Uit het overplaatsingsverzoek blijkt
dat klager bij zijn behandelcoördinator R. kenbaar heeft gemaakt te willen worden overgeplaatst naar de longstayafdeling van Veldzicht. De beroepscommissie is van oordeel dat uit de stukken voldoende blijkt dat klager zelf heeft aangegeven
overgeplaatst
te willen worden naar een andere longstayvoorziening. Ter zitting heeft klager medegedeeld dat hij met de behandelcoördinator heeft gesproken over een overplaatsing naar Veldzicht.
Gezien het voorgaande en het feit dat klager veel weerstand heeft tegen de Pompestichting kan de beslissing om klager over te plaatsen naar de longstayvoorziening van Veldzicht, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 17 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven