nummer: 13/1400/SGA
betreft: [klager] datum: 3 mei 2013
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire begin¬selenwet (Pbw), heeft kennisgeno¬men van een bij het secretariaat van de Raad inge¬komen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting Grave.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de
(verde¬re) tenuitvoerleg¬ging van de beslis¬sing van de directeur van voornoemde p.i. van 28 april 2013, inhouden¬de het opnemen van een uitslag van een urinecontrole in verzoekers penitentiair dossier, terwijl die urinecontrole niet voldoet aan de
daaraan krachtens de wet gestelde (procedure)eisen.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 28 april 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 1 mei 2013. Verzoekers raadman, mr. Th.J.A. Winnubst is in de gelegenheid gesteld het verzoek schriftelijk
nader toe te lichten. De raadsman heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1. De beoordeling
Een gedetineerde kan om schorsing verzoeken van de tenuitvoerlegging van een hem betreffende beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid, van de Pbw. De vermelding van een uitslag van een urinecontrole in het
penitentiair
dossier is niet een zodanige beslissing. Het betreft daarbij een algemene voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen een dergelijke algemene regel staat in beginsel geen beklag open. Verzoeker kan daarom niet worden
ontvangen in zijn verzoek.
De voorzitter merkt daarbij dat, indien verzoeker wordt onderworpen aan een urinecontrole en als die urinecontrole niet voldoet aan de strikte eisen zoals daaraan in art. 3 van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen worden gesteld, hij
tegen de uit dat onderzoek voortvloeiende ten aanzien van hem genomen beslissingen van de directeur een klaagschrift kan indienen en – voor zover er sprake is van een tenuitvoerlegging van een dergelijke beslissing – dan om schorsing van die
tenuitvoerlegging kan verzoeken. Daarvan is evenwel thans nog geen sprake.
2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordig¬heid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 3 mei 2013.
secretaris voorzitter