nummer: 13/441/GA
betreft: [klager] datum: 1 mei 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Canatan, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 31 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2013, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. K. Canatan en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Nieuwegein.
Klagers raadsman mr. K. Canatan heeft meegedeeld dat klager niet ter zitting zal verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om zorg te dragen voor verzending van vermiste eigendommen, te weten: drie trainingspakken (van AC Milan, Ajax en FC Barcelona), een jas (D-Squared) en een ventilator.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klagers raadsman heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de isoleercel en was niet aanwezig bij de celontruiming. Op het celontruimingsverslag staan twee parafen. Het formulier is verder niet ingevuld. Er heeft geen deugdelijke registratie plaatsgevonden. Dit komt voor rekening en risico
van de inrichting. Klager heeft de eigendommen die op het celontruimingsverslag staan wel ontvangen, maar niet de zaken die op zijn cel zijn blijven liggen en die niet op de lijst staan. Het verslag is niet volledig. Dat blijkt ook uit de reactie van
de
directeur op het beklag voor wat betreft de radio/cd-speler. Hieruit volgt dat je niet op de lijst kan vertrouwen en dat blijkt dat klager meer zaken in zijn cel had dan die er op de lijst staan. Klager heeft direct telefonisch aangegeven dat hij
eigendommen miste. De inrichting, waar klagers eigendommen zijn ontvangen, heeft niet getekend voor ontvangst. Ook klager heeft niet getekend voor ontvangst.
Niet gesteld wordt dat klagers eigendommen bewust zijn achtergehouden, maar het is mogelijk dat het personeel niet alles heeft gezien.
De vermiste eigendommen waren nieuw. Klager heeft ze in 2012 in p.i. Nieuwegein gekregen. Ze waren nieuw toen hij ze kreeg.
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De celontruiming is gedaan door twee p.i.w.’ers die hun paraaf op het celontruimingsverslag hebben gezet. Navraag is gedaan, maar niet duidelijk is geworden, wie er getekend hebben. Het verslag is op ambtseed opgemaakt. Precieze aantallen zijn vermeld,
maar geen merken. Het lange verslag is duidelijk en specificeert voldoende. Het personeel heeft geen reden en er geen belang bij om eigendommen van klager niet in te pakken. Op zich komen ontruimingen niet veel voor. Gewoonlijk wordt er ingepakt door
één p.i.w.’er en is de gedetineerde daarbij aanwezig.
Niet begrepen wordt waarom de ontvangende inrichting niet heeft getekend. Negen dozen zijn verzonden. Door de chauffeur is ervoor getekend dat negen dozen ook zijn aangekomen.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat klagers cel buiten zijn aanwezigheid is ontruimd en dat zijn eigendommen zijn ingepakt door twee personeelsleden. Op het ontruimingsverslag staan echter alleen twee parafen. De namen van de personeelsleden ontbreken en
de directeur heeft ter zitting niet kunnen verduidelijken van welke personeelsleden die parafen afkomstig zijn. Opmerkelijk is dat uit de schriftelijke reactie van de directeur op het beklag volgt dat een inmiddels getraceerde radio/cd-speler wel is
aangetroffen in klagers verblijfsruimte, maar niet in het ontruimingsverslag is vermeld.
De inrichting van ontvangst noch klager heeft getekend voor ontvangst van klagers eigendommen. Klager heeft direct na constatering dat hij zijn eigendommen niet had ontvangen kenbaar gemaakt welke eigendommen hij miste.
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat klager daadwerkelijk de door hem genoemde voorwerpen in de inrichting voorhanden heeft gehad en dat hij deze na zijn overplaatsing niet heeft ontvangen. De gebleken tekortkomingen van het
ontruimingsverslag zijn onvoldoende weersproken door de directeur. Onder deze omstandigheden kan de vermissing van de klagers eigendommen aan de directeur worden toegerekend. Gelet daarop kan de uitspraak van de beklagrechter niet in stand blijven en
dient het beklag alsnog gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager. Uitgangspunt is dat de tegemoetkoming bedoeld is voor door een klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is
te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is de schade niet eenvoudig vast te stellen. Klager heeft de hoogte van de schade niet gespecificeerd,
noch gestaafd.
De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 100,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 mei 2013
secretaris voorzitter
.