Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0677/GA, 1 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/677/GA, 13/678/GA, 13/679/GA, 13/680/GA en 13/681/GA

betreft: [klager] datum: 1 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Verkuil, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 februari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, voor zover in beroep van belang,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2013, gehouden in de locatie De Schie, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Verkuil en[...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie De Schie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. klagers medicatie is op andere tijdstippen uitgereikt dan klager heeft afgesproken met de psychiater;
b. de interne overplaatsing van klager naar afdeling D2;
c. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder tv ingaande op 18 september 2012 wegens het uitschelden van personeel;
d. een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel ingaande op 26 juni 2012 wegens het plaatsen van een doosje met drugs in de verblijfsruimte van een medegedetineerde en
e. een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel ingaande op 9 oktober 2012 wegens het uitdagen en vechten met een medegedetineerde.

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a. gegrond verklaard en ter zake geen tegemoetkoming toegekend en het beklag vermeld onder b. tot en met e. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager en zijn raadsvrouw hebben in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a: Klager heeft ADHD en ODD. Als hij zijn medicatie niet op tijd krijgt, springt hij tegen het plafond. Hij is dan snel afgeleid en tegendraads. Om die reden is rapport opgemaakt. Als hij zijn medicatie op tijd had gekregen, had dit voorkomen kunnen
worden.

De afspraak met de psychiater was niet voor niets gemaakt. Klager heeft hierdoor nadeel ondervonden. Hij kwam zijn cel niet meer uit.
b en d: Klager is altijd op een bijzondere zorgafdeling geplaatst. Het is voor hem heel vervelend als hij op een gewone afdeling wordt geplaatst. Op zich was het een regulier huis van bewaring, maar het regime leek wel op dat van een extra
zorgafdeling.
Hij is intern overgeplaatst, omdat hij ervan verdacht werd dat hij drugs in een spelletje van een medegedetineerde heeft gedaan. Hij vraagt zich af wat het voor zin heeft om dat te doen als de medegedetineerde dit niet zou willen. Een vermoeden van
schuld is niet voldoende voor oplegging van een disciplinaire straf.
e: De ruzie met R. was al gesust en klager en R. hadden elkaar al een hand gegeven. Er is sprake van een groot misverstand.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a: De psychiater heeft aangegeven dat klager geen nadeel heeft ondervonden als hij op de in de inrichting gehanteerde standaardtijden zijn medicatie heeft ingenomen.
b: De afdeling was tevens een EZV-afdeling.
d: Klager verbleef op een extra zorgvoorziening, waar kwetsbare gedetineerden verbleven. Medegedetineerden hadden over klager hun beklag gedaan. Nadat drugs zijn aangetroffen, is klager de disciplinaire straf opgelegd en is hij overgeplaatst.
e: Klager is op de vuist gegaan als omschreven in de stukken. Feit is dat dit de tweede keer was in een week.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a. overweegt de beroepscommissie dat gelet op het door klager ondervonden ongemak er termen aanwezig zijn voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager. Zij zal derhalve het beroep op dit punt gegrond verklaren en aan klager
alsnog een tegemoetkoming toekennen van € 10,=.

Hetgeen in beroep voor het overige is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op deze punten ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. gegrond, vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 mei 2013

secretaris voorzitter
.

Naar boven