nummer: 12/3789/TA
betreft: [klager] datum: 26 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 28 november 2012 van de beklagcommissie bij de Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 25 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag is gericht tegen de wijze waarop urinecontroles worden afgenomen.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager moet worden ontvangen in zijn beklag. Hij moet wekelijks urinecontroles ondergaan en hij heeft er belang bij dat de controles correct uitgevoerd worden. Klager loopt anders het risico dat er foutieve uitslagen volgen. Het is mogelijk om te
frauderen bij de urinecontroles. Zo kan het dopje van de reageerbuis verwijderd worden en weer terug gezet worden. Het feit dat het dopje uitsluitend scheef teruggezet kan worden, wordt door een laboratoriummedewerker mogelijk niet gezien. Bovendien is
het dopje niet hetzelfde als de verzegeling die voorheen over het monster werd gezet. Er wordt gehandeld in strijd met hetgeen is omschreven in de Regeling urineonderzoek verpleegden (hierna: de Regeling).
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij urinecontroles wordt gebruik gemaakt van de Vacutainer. Inhoudelijk wordt verwezen naar de instructiekaart voor het afnemen van urinemonsters van het laboratorium Diagnostiek voor U, waarop precies is uiteengezet hoe gehandeld moet worden. Voor de
controle wordt bij het afnemen van urine gehandeld volgens de instructiekaart. De urine wordt verzameld in een beker. Op het deksel van die beker zit een beschermende sticker. De sticker wordt weggetrokken en daaronder zit een uitsparing. Door het
buisje ondersteboven op het gat te doorboren, vult het buisje zichzelf. Op het moment dat het buisje gevuld is en van het deksel wordt afgehaald, sluit de dop op het buisje automatisch. Vervolgens wordt het tweede buisje op dezelfde wijze gevuld. De
buisjes worden daarna gecodeerd door middel van een sticker. Dit systeem is schoon en veilig. Het voldoet aan hetgeen hierover in de Regeling is bepaald. In de Regeling staat niet vermeld dat er een verzegeling dient plaatst te vinden. Bij een foutieve
uitslag, bestaat er nog altijd de mogelijkheid om een herhalings- en bevestigingsonderzoek te laten uitvoeren.
3. De beoordeling
Gelet op de uitspraken van de beroepscommissie nummer 04/2248/TA van 1 maart 2005 en nummer 10/3807/TA van 10 mei 2011, waarin is overwogen dat artikel 3 van de Regeling gelet op de Nota van toelichting op deze Regeling niet alleen instructienormen
bevat, maar ook waarborgnormen voor een zorgvuldige afname van urine – dit om vergissingen zoveel mogelijk uit te sluiten – kan een verpleegde in een klacht over vermeende tekortkomingen in de urinecontrole-procedure in dat beklag worden ontvangen. De
beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie daarom vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
In artikel 3, derde en vijfde lid, van de Regeling is onder meer bepaald dat de verpleegde onder direct visueel toezicht van een personeelslid of medewerker de urine opvangt in een opvangbeker. In het bijzijn van de verpleegde verdeelt de medewerker of
personeelslid de urine over twee afzonderlijke buizen, sluit de buizen af en controleert of de buizen goed zijn afgesloten. Vervolgens plakt het personeelslid of de medewerker stickers met een uniek registratienummer op de twee buizen.
Gezien het verhandelde ter zitting overweegt de beroepscommissie dat de urinecontroles niet worden uitgevoerd conform de Regeling. Met name het voorschrift omtrent het vullen van de buisjes wordt door de kliniek met de door haar gehanteerde methode
niet
nageleefd.
Hieraan doet niet af dat het gebruik van de vacutainer even betrouwbare resultaten oplevert als het naleven van de in de Regeling beschreven procedure, zoals namens het hoofd van de inrichting ter zitting is gesteld. Het beklag zal dan ook gegrond
worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager vanwege de gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.T. Bos en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 26 april 2013
secretaris voorzitter