Nummer: 13/407/GB
Betreft: [klager] datum: 23 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.F. Aarts, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 januari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) met een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 4 december 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is van oordeel dat de selectiefunctionaris het besluit op onjuiste gronden heeft gebaseerd. Als eerste heeft de selectiefunctionaris volgens klager het negatieve advies van de politie,
betreffende klagers verlofadres, ten onrechte overgenomen. Van belang is dat de aanvaardbaarheid van een verlofadres wordt bepaald door de woning, in relatie tot de omgeving, en de bewoners. Zie de uitspraak van de RSJ 12/1750/GV. Het feit dat klagers
zus justitiële documentatie heeft, kan niet zonder meer leiden tot de conclusie dat het verlofadres onaanvaardbaar is. Klagers verlofadres is goedgekeurd door de heer [...] van de reclassering. In de mail bevestigt de heer [...] dat hij op 26 november
2012 een huisbezoek heeft gebracht aan het desbetreffende adres en geen redenen aanwezig zag om het verlofadres af te keuren. De politie geeft aan dat er veel mensen in de woning verblijven, waaronder kinderen. Dit heeft tot gevolg dat het verlofadres
als onaanvaardbaar wordt aangemerkt. Voorts is van belang dat klager inmiddels een nieuw verlofadres heeft opgegeven aan de inrichting. Dit adres dient echter nog te worden goedgekeurd. Klager erkent dat hij zich tijdens de schorsing van de voorlopige
hechtenis aan detentie heeft onttrokken en gedurende deze periode een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd. Echter dient opgemerkt te worden dat klager inmiddels geruime tijd goed gedrag vertoont in de inrichting. Er is geen sprake van concrete feiten
en
of omstandigheden waaruit vluchtgevaar blijkt. Tenslotte geeft klager aan dat zijn jongste dochter binnenkort ook naar school gaat. Zodoende wenst hij werk te verrichten buiten de inrichting om zijn gezin financieel te kunnen ondersteunen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft zijn afwijzing gebaseerd op het negatieve advies van de politie betreffende het opgegeven verlofadres en een negatief advies van
de directeur van de locatie Zuyder Bos. De directeur van de locatie Zuyder Bos komt tot een negatief advies vanwege onttrekking tijdens schorsing en het plegen van een strafbaar feit tijdens deze onttrekking. Om in een z.b.b.i. geplaatst te worden is
een goedgekeurd verlofadres een vereiste, op basis van art. 4, sub a, b, d, en j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, waarbij is gebleken dat klager voor een lange
periode van 8 juli 2008 tot 14 oktober 2011 zich aan detentie heeft onttrokken en tijdens deze onttrekking een strafbaar feit heeft gepleegd. Derhalve wordt het beroep ongegrond verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 23 april 2013
secretaris voorzitter