Nummer: 13/79/GB
Betreft: [klager] datum: 16 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Roodveldt, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 januari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen op een afdeling zonder regimair verlof van de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard, een inrichting als
bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 11 april 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, een normaal beveiligde inrichting. Op 4 december 2012 is hij geselecteerd voor een afdeling zonder regimair verlof van de b.b.i. van
de
locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 8 februari 2013 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, een normaal beveiligde inrichting.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager kan in de locatie Westlinge niet met verlof en hij kan ook niet faseren. Klager lijdt aan PTSS en was hiervoor gedurende zijn verblijf in de locatie Zuyder Bos
in
behandeling bij De Waag. Deze behandeling kan ook in detentie worden voortgezet, maar dit kan volgens klager niet op een afdeling van een b.b.i. zonder regimair verlof. Klager heeft eindelijk een goedgekeurd verlofadres en nu adviseert het Openbaar
Ministerie (OM) negatief ten aanzien van plaatsing in een b.b.i. met regimair verlof. Klager is van mening dat de selectiefunctionaris hem in een b.b.i. met regimair verlof had dienen te plaatsen, dan wel hem niet had moeten overplaatsen, zodat hij in
de locatie Zuyder Bos had kunnen blijven deelnemen aan een traject in het kader van Terugdringen Recidive (TR).
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Vanuit de locatie Zuyder Bos kwam het voorstel klager op een afdeling van een b.b.i. zonder regimair verlof te plaatsen. Klager is met dit
voorstel akkoord gegaan. Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verlenen van vrijheden aan klager. Klager is TR-deelnemer en er is een re-integratieplan. De inrichting adviseert om klager eerst aan interventies te laten deelnemen,
alvorens hem te selecteren voor een b.b.i. met regimair verlof.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting met regimair verlof in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en
maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen met regimair verlof de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de
samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing
van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte
en achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling met regimair verlof.
4.3. Uit het selectieadvies van de locatie Zuyder Bos van 15 november 2012 volgt dat klager akkoord is met het advies hem te selecteren voor een b.b.i. zonder regimair verlof. In zijn bezwaarschrift van 4 december 2012 geeft klager echter aan dat
hij
in een b.b.i. met regimair verlof wil worden geplaatst. De beroepscommissie verstaat het beroep dan ook als gericht tegen de beslissing klager niet in een b.b.i. met regimair verlof te plaatsen. Uit het selectieadvies volgt verder dat het Multi
Disciplinair Overleg (MDO) heeft geadviseerd om klager eerst vanuit een afdeling van een b.b.i. zonder regimair verlof aan gedragsinterventies (therapie) te laten werken waarna zal worden bekeken of klager een geschikte kandidaat voor een b.b.i. met
regimair verlof zou kunnen zijn. De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft geadviseerd conform het advies van het MDO. Gelet op het advies van de directeur en het MDO is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris,
bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 16 april 2013
secretaris voorzitter