Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1035/GB, 15 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1035/GB

Betreft: [klager] datum: 15 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 17 april 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 29 juni 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen. Op 20 maart 2013 is klager opgeroepen om zich op 17 april 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager verzoekt om uitstel van zijn meldplicht tot eind juli 2013 omdat hij met zijn eenmanszaak bij verschillende bedrijven werkverplichtingen heeft. Hij verwijst daartoe
naar een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, een brief van [...] B.V. waaruit volgt dat hij op naam van “Klusprof” tot eind juli 2013 werkzaam is bij [...] B.V., een brief van[...] Hoveniersbedrijf waaruit volgt dat klager
een overeenkomst heeft gesloten voor het uitvoeren van werkzaamheden in de maanden juli en juli 2013, de bevestiging van een geboekte vakantie voor begin juli 2013 en een factuur voor verrichte werkzaamheden in de periode 15 januari 2012 tot 15
februari
2013. Klager kan als hoofdkostwinner deze werkverplichtingen niet afzeggen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft op 5 oktober 2012 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden in een b.b.i. In het verlengde daarvan
is
klager op 20 maart 2013 opgeroepen zich op 17 april 2013 te melden. Klager was sinds 5 oktober 2012 bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde gevangenisstraf. Hij had hier met het aanvaarden van opdrachten/werkzaamheden
rekening mee kunnen houden. Klager had rond het moment van het aanvaarden hiervan contact op kunnen nemen met de selectiefunctionaris over het tijdstip van de tenuitvoerlegging. De door klager geboekte vakantie vormt geen reden om uitstel te verlenen.
Bovendien is gebleken dat klager de vakantie tot 29 juni 2013 kosteloos kan annuleren.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Westlinge is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel van zijn meldplicht tot eind juli 2013, omdat hij bij verschillende bedrijven werkverplichtingen heeft en hij als kostwinner deze opdrachten niet kan afzeggen. De beroepscommissie is van oordeel dat klager zijn
stellingen op dit punt voldoende aannemelijk heeft gemaakt en dat het niet verlenen van uitstel om zich te melden tot eind juli 2013 in de specifieke omstandigheden van dit geval als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Gelet op het
vorenstaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een
tegemoetkoming toe te kennen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven