nummer: 13/186/GA, 13/306/GA, 13/308/GA, 13/310/GA, 13/311/GA, 13/312/GA, 13/313/GA, 13/314/GA en 13/315/GA
betreft: [klager] datum: 15 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraken van 9 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) locatie Maastricht,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het feit dat de maandcommissaris van het personeel niet met klager mocht spreken (kenmerk in beklag: O 2012/000147, kenmerk in beroep: 13/186/GA);
b. de verstrekking van medicatie (kenmerk in beklag: O 2012/000165, kenmerk in beroep: 13/306/GA);
c. de wijze waarop klager wordt bejegend door medegedetineerden en het personeel (kenmerk in beklag: O 2012/000155, kenmerk in beroep: 13/308/GA);
d. het feit dat gedetineerden, onder wie klager, worden uitgesloten van activiteiten als zij om 8.45 uur niet bij de dagopening zijn (kenmerk in beklag: O 2012/000164, kenmerk in beroep: 13/310/GA);
e. het feit dat klagers klaagschriften door het personeel worden gelezen, dat het personeel deze klachten met hem bespreekt en dat zijn klaagschriften vaak niet bij de beklagcommissie terecht komen (kenmerk in beklag: O 2012/000162, kenmerk in
beroep: 13/311/GA);
f. het feit dat de gedetineerden, onder wie klager, na de kerkdienst direct naar de afdeling moeten (kenmerk in beklag: O 2012/000161, kenmerk in beroep: 13/312/GA);
g. de verdwijning van spreekbriefjes en post, het feit dat er geen respons volgt op klagers verzoek voor een gesprek met de medewerker maatschappelijke dienstverlening en het feit dat de medewerker maatschappelijke dienstverlening niet langskomt
ondanks toezegging daartoe (kenmerk in beklag: O 2012/000159, kenmerk in beroep: 13/313/GA);
h. de wens van klager om naar een andere groep overgeplaatst te worden en het feit dat de huidige afdeling niets met behandeling te maken heeft (kenmerk in beklag: O 2012/000158, kenmerk in beroep: 13/314/GA);
i. het feit dat klager producten die in de winkel te koop zijn niet kan gebruiken, omdat tijdens de recreatie de keuken altijd dicht is (kenmerk in beklag: O 2012/000156, kenmerk in beroep: 13/315/GA).
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen als vermeld onder a, c, d, e, f, g, h en i, en het beklag als vermeld onder b ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft schriftelijk aangevoerd dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraken van de beklagrechter. Klager heeft ook geklaagd over het feit dat hij al gedurende negen weken in een individueel programma zit, dat niet is opgelegd door de
directeur en over de maaltijdverstrekking. Deze klachten zijn niet door de beklagcommissie behandeld.
De directeur heeft gepersisteerd bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagrechter.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat in deze uitspraak alleen de klachten met beklagnummers O 2012/000147, O 2012/000155, O 2012/000156, O 2012/000158, O 2012/000159, O 2012/000161, O 2012/000162, O 2012/000164 en O 2012/000165 aan de orde komen. Uit
de
klaagschriften die door de commissie van toezicht zijn voorzien van bovengenoemde beklagnummers blijkt niet dat klager in die klaagschriften heeft geklaagd over het feit dat hem een individueel (kamer)programma is opgelegd danwel over de
maaltijdverstrekking. In de klaagschriften met de kenmerken O 2012/000157 en O 2012/000172 heeft klager wel geklaagd over het hem opgelegde individueel (kamer)programma en over de maaltijdverstrekking. Deze klachten komen evenwel niet in deze uitspraak
aan de orde, maar zullen door de beroepscommissie in de uitspraak met onder andere de kenmerken 13/299/GA en 13/302/GA worden beoordeeld.
Ad c.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder c oordeelt de beroepscommissie als volgt. Het beklag als vermeld onder c is bij de beklagcommissie geregistreerd onder kenmerk
O 2012/000155 en het beklag als vermeld onder h is geregistreerd onder kenmerk
O 2012/000158. De beklagcommissie heeft echter zowel in de uitspraak met kenmerk
O 2012/000155 als in de uitspraak met kenmerk O 2012/000158 slechts een beoordeling gegeven op de klacht als vermeld onder h, terwijl een beoordeling over het beklag als vermeld onder c achterwege is gebleven. Gelet op het vorenstaande zal de
beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie met kenmerk O 2012/000155 vernietigen. Nu de beklagrechter geen (inhoudelijk) oordeel heeft gegeven over het beklag als vermeld onder c zal de beroepscommissie dit beklag om proceseconomische redenen
als eerste en enige instantie alsnog behandelen.
De bejegening van klager door medegedetineerden en het personeel in de inrichting betreft geen door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw betreft. Klager zal derhalve niet-ontvankelijk
worden verklaard in zijn beklag.
Ad g.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder g oordeelt de beroepscommissie als volgt. Het beklag als vermeld onder e is bij de beklagcommissie geregistreerd onder kenmerk
O 2012/000162 en het beklag onder g is geregistreerd onder kenmerk O 2012/000159. De beklagcommissie heeft echter zowel in de uitspraak met kenmerk O 2012/000162 als in de uitspraak met kenmerk O 2012/000159 slechts een beoordeling gegeven op de klacht
als vermeld onder e, terwijl een beoordeling over het beklag als vermeld onder g achterwege is gebleven. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie met kenmerk O 2012/000159 vernietigen. Nu de beklagrechter
geen (inhoudelijk) oordeel heeft gegeven over het beklag als vermeld onder g zal de beroepscommissie dit beklag om proceseconomische redenen als eerste en enige instantie alsnog behandelen.
De beroepscommissie begrijpt dat klager erover klaagt dat hij, ondanks meerdere ingevulde spreekbriefjes, niet, althans niet snel genoeg, is geholpen door de medewerker maatschappelijke dienstverlening. Klager klaagt er op 11 oktober 2012 over dat de
medewerker maatschappelijke dienstverlening, ondanks diens toezegging daartoe, niet op
9 oktober 2012 is langsgekomen. Uit het klaagschrift van 14 november 2012 blijkt dat klager twee weken voor indiening van het klaagschrift een gesprek heeft gehad met de medewerker maatschappelijke dienstverlening. De beroepscommissie is van oordeel
dat
de termijn tussen het moment waarop klager het gesprek heeft aangevraagd en het moment waarop het gesprek heeft plaatsgevonden – voor zover die termijn op basis van deze klaagschriften kan worden vastgesteld – niet zodanig lang is geweest dat deze moet
worden aangemerkt als onaanvaardbaar. Daarom is niet gebleken dat de directeur tekort is geschoten in zijn zorgplicht om sociale verzorging en hulpverlening in de inrichting aan te bieden. Voorts klaagt klager erover dat spreekbriefjes en post
verdwijnen. Deze enkele stelling van klager kan, zonder nadere onderbouwing daarvan, niet tot gegrondheid van het beklag leiden. Het beklag onder g zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a, b, d, e, f, h en i overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot andere beslissingen kan leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie met kenmerken O 2012/000155 en O 2012/000159 gegeven op de klachten als vermeld onder c en g. Om proceseconomische redenen doet de beroepscommissie deze beklagen zelf af. De
beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beklag als vermeld onder c en verklaart het beklag als vermeld onder g ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder a, b, d, e, f, h en i ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 15 april 2013
secretaris voorzitter