Nummer: 13/175/GB
Betreft: [klager] datum: 3 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.H. Kappelhof, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 januari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 21 februari 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen, een inrichting met een beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de
Regeling) zonder regimair verlof. Op 8 januari 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Volgens klager zijn de feiten onjuist weergegeven. Klager moest om 7.30 uur aanwezig zijn in het bad om naar een cursus te gaan. Klager werd echter pas om 8.00 uur opgeroepen. De cursusauto was
toen al vertrokken. Klagers afwezigheid tijdens de cursus kan hem hierdoor niet verweten worden. In de bijgevoegde verklaring van de badmeester staat dat het te laat komen niet aan klager heeft gelegen. Uit bijgevoegde verklaringen van
medegedetineerden
blijkt dat klager pas rond 8 uur werd opgeroepen. Klager heeft een aanvaring gehad met zijn mentor over arbeidsongeschiktheid. Volgens de mentor is klager door de medische dienst arbeidsgeschikt verklaard. Klager zegt dat zijn beperkingen bij de
medische dienst bekend zijn en hij arbeidsongeschikt is. Klager heeft een film gemist, die hij moest kijken. Uit de bijgevoegde verklaring van de docent blijkt hij een andere dag te hebben afgesproken. Volgens klager is hij geen persoon die de schuld
altijd bij anderen legt. Nadat klager woorden heeft gehad met een medewerker, heeft hij het gevoel steeds door deze medewerker te worden opgezocht. Tevens heeft klager het gevoel geen gelijke behandeling te krijgen. Hij vindt ook dat de gevraagde
verantwoordelijkheid voor een verblijf in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) zonder regimair verlof wel bij hem aanwezig is.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In de b.b.i. zonder regimair verlof wordt gewerkt aan een resocialisatietraject waarbij een bepaalde mate van verantwoordelijk gedrag van gedetineerden wordt gevraagd.
Gelet op ervaringen van het personeel met klager (niet meewerkend en niet in staat om naar zichzelf te kijken) en zijn ongemotiveerde aanwezigheid en niet deelnemen aan het voor hem uitgezette traject, ziet de selectiefunctionaris geen meerwaarde in
plaatsing in een b.b.i. zonder regimair verlof. Klager is verschillende keren op zijn negatieve gedrag gewezen en gevraagd enige motivatie te tonen, maar hij heeft hier geen notie van willen nemen.
4. De beoordeling
4.1. De locatie Norgerhaven is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De selectiefunctionaris baseert zijn oordeel onder meer op het selectieadvies van de locatie Groot Bankenbosch. In dat selectieadvies wordt melding gemaakt van een onvoldoende gemotiveerde houding en onvoldoende verantwoordelijkheidsgevoel bij
klager. Meer concreet wordt dit onderbouwd met een drietal incidenten, te weten het niet meedoen aan een cursus door het missen van de bus, een aanvaring met zijn mentor over het al dan niet arbeidsgeschikt zijn van klager en het niet gekeken hebben
naar een in het kader van een cursus verplichte film. Voor wat betreft het eerste en het derde incident geldt dat de in de stukken verstrekte informatie summier is en dat klager deze verwijten gemotiveerd en met stukken onderbouwd heeft bestreden. Die
incidenten kunnen daarom geen reden zijn voor een zover gaande beslissing als waarvan hier sprake is. Dat laatste geldt eveneens voor het gestelde conflict over de arbeidsgeschiktheid. Daarover zijn geen bijzonderheden verstrekt op grond waarvan zou
kunnen worden aangenomen dat dit een zodanig ernstig vergrijp van klager zou betekenen, dat hij niet langer te handhaven was in de locatie Groot Bankenbosch. Daar komt bij dat, in afwijking en in tegenspraak met de gestelde negatieve houding van
klager,
in het selectieadvies onder de kopjes “zelfredzaamheid”, “zelfverzorging” en “sociaal functioneren” nagenoeg alleen maar positieve informatie over klagers gedrag en houding wordt vermeld. Het voorgaande betekent dat de beslissing van de
selectiefunctionaris onvoldoende is gemotiveerd en dat het beroep gegrond wordt verklaard. De bestreden beslissing zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze
uitspraak. Voor het toekennen van een tegemoetkoming acht de beroepscommissie geen gronden aanwezig.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beslissing en draagt de selectiefunctionaris op om binnen 14 dagen na ontvangst van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 3 april 2013
secretaris voorzitter