Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3613/TA, 3 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:03-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3613/TA

betreft: [klager] datum: 3 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 oktober 2012 van de beklagcommissie bij FPC De Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is [...], jurist van FPC De Oostvaarderskliniek, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager zijn bankpas, identiteitsbewijs en openbaarvervoerkaart niet in eigen beheer mag hebben (2012/072) en het feit dat tijdens het verlof geen origineel id-bewijs wordt meegegeven (2012/177).

De beklagcommissie heeft het beklag met nummer 2012/072 ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag met nummer 2012/177 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Ongeacht of je wel of geen verlof hebt, moeten de id-bewijzen teruggegeven worden. In FPC Oldenkotte, een particuliere kliniek, mag je wel een id-bewijs, rijbewijs, pinpas en ov-pas in eigen beheer hebben. In FPC De Oostervaarderskliniek, een
justitiële
inrichting, moet dat zeker ook het geval zijn. Met betrekking tot de pinpas staat in de kliniekregels vermeld dat de kliniek zich niet bemoeit met de buitenrekeningen. Het is onbegrijpelijk dat je de bankpas dan niet bij je mag houden. Voorts is het
opmerkelijk dat de politie het tolereert dat en kopie van het id-bewijs wordt meegegeven met verlof.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting heeft het bezit van de betreffende documenten en passen geregeld in het Protocol invoer, uitvoer en opslag van goederen (versie april 2011). Inhoudelijk wordt hiernaar verwezen. Voorts wordt opgemerkt dat het mogelijk is om te handelen
met
ov- en pinpassen en dat is een onwenselijk risico. Een id-bewijs is een waardevol document. Om te voorkomen dat dit document kwijtraakt of wordt meegegeven aan bezoek, wordt dit document in de inrichting bewaard. Gezien de jurisprudentie met betrekking
tot het meegeven van het id-bewijs tijdens verlof, wordt een id-bewijs nu meegegeven. Voor klager is begeleid verlof aangevraagd op 24 januari 2013.

3. De beoordeling
Uit het dossier is niet duidelijk geworden in welk belang klager geschaad wordt door het feit dat hij zijn pinpas en ov-kaart niet in eigen beheer mag hebben. De beroepscommissie oordeelt dat de door de inrichting aangevoerde grond om deze goederen in
bewaring te houden niet onredelijk of onbillijk is. Voorts is er nog geen sprake van geweest dat klager tijdens verlof geen origineel id-bewijs is verstrekt, aangezien er nog geen sprake was van enige verlofbeweging van klager ten tijde van het beklag.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.T. Bos en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 3 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven