Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3918/GB, 2 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3918/GB

Betreft: [klager] datum: 2 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 oktober 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad. Op 2 november 2012 is hij overgeplaatst naar de locatie Zuid te Arnhem, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De partner van zijn ex-vrouw is personeelslid die in Lelystad werkzaam is. Dat personeelslid is klager onbekend. Klager begrijpt niet dat deze persoon in staat is om te kunnen beoordelen dat hij nog
steeds een bedreiging zou vormen voor die persoon en zijn gezin. Het enige contact dat klager de afgelopen vier en een half jaar met zijn kinderen heeft gehad, is via de telefoon geweest. Het is voor klager geen probleem te weten dat het personeelslid
de huidige partner is van zijn ex-vrouw. Klager is zonder overleg overgeplaatst naar de locatie Zuid en daardoor is het voor zijn familie zo goed als onmogelijk geworden hem met enige regelmaat te bezoeken. Klager verzoekt dan ook om hem over te
plaatsen naar de p.i. Nieuwegein.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is veroordeeld voor delicten die waren gericht op zijn vrouw en kinderen. De directeur van de p.i. Lelystad heeft het voorstel gedaan om klager met spoed over te
plaatsen, omdat zijn ex-vrouw de partner blijkt te zijn van een personeelslid die in de p.i. Lelystad werkzaam is. Dit personeelslid heeft aangegeven dat klager nog steeds een bedreiging is voor het gezin. Er is sprake van politiebescherming. Het gezin
is angstig en het personeelslid heeft aangegeven dat het feit dat klager in de p.i. Lelystad verblijft een belemmerende werking heeft op zijn functioneren.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuid is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In zijn beroepschrift geeft klager aan dat hij wil worden overgeplaatst naar de p.i. Nieuwegein. De beroepscommissie acht voor de behandeling van het beroep van belang of klager deze alternatieve locatie en de woonplaats van zijn familieleden
in
zijn bezwaarschrift heeft genoemd. Indien dat zo is, dan dringt zich immers de vraag op of de selectiefunctionaris bij de beoordeling van het bezwaarschrift klagers belang voldoende heeft meegewogen. Het bezwaarschrift ontbreekt bij de stukken. De
selectiefunctionaris is de mogelijkheid geboden het ontbrekende bezwaarschrift alsnog op te sturen. Van die mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. De beroepscommissie is van oordeel dat de afwezigheid van het bezwaarschrift in het dossier niet ten
nadele
van klager mag komen. Mitsdien neemt de beroepscommissie aan dat klager al in zijn bezwaarschrift heeft verwezen naar de gewenste alternatieve locatie p.i. Nieuwegein en informatie heeft verstrekt over de woonlocatie van zijn familie. Nu de
overplaatsing heeft plaatsgevonden buiten de schuld van klager, had de selectiefunctionaris rekening dienen te houden met klagers voorkeur. De bestreden beslissing dient derhalve bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk of
onbillijk te worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een
termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie zal te zijner tijd in een afzonderlijke uitspraak beslissen op het verzoek om een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
zal te zijner tijd in een afzonderlijke uitspraak beslissen over de verzochte tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 2 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven