nummer: 13/157/GA
betreft: [klager] datum: 28 maart 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 14 januari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 4 maart 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.P. Visser, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de
locatie De Schie. Desgevraagd heeft de directeur per brief van 5 maart 2013 nadere informatie verstrekt. Klagers raadsman heeft hierop gereageerd per brief van 8 maart 2013. Per brief van 7 maart 2013 heeft klagers raadsman de reactie van de medische
dienst van de p.i .De Boschpoort toegezonden nagezonden. Een kopie hiervan is aan de directeur toegezonden.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft het ten onrechte insluiten tijdens het sportmoment (voetballen) op of omstreeks 23 juli 2012.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep is alleen gericht tegen de klacht over het insluiten tijdens het sportmoment. De beklagcommissie stelt ten onrechte de
arbeidsongeschiktheid op één lijn met het niet kunnen deelnemen aan sport vanwege medische problemen. Klager kan niet mee doen aan groepssporten. De directeur moet geacht worden hiervan kennis te hebben. Er is onderzoek gedaan en de medische dienst
heeft in een e-mail de afdeling hierover bericht. Klager heeft hier nooit wat van gehoord. Een p.i.w.-er heeft klager een extra fitnessmoment aangeboden in zijn recreatietijd, waardoor klager niet aan het minimaal aantal uren dagprogramma per week
komt.
Nu het dossier van klager is overgedragen aan de p.i. De Boschpoort heeft klagers raadsman navraag gedaan bij de medische dienst van de p.i. De Boschpoort of bekend is dat klager in de huidige inrichting van verblijf en voorheen in de locatie De Schie
arbeidsongeschikt is en kan deelnemen aan sportmomenten.
Klagers kruisbanden zijn gescheurd. Hierdoor kan klager niet deelnemen aan balsporten. In de p.i. De Boschpoort mag klager bij het sporten aanwezig zijn en iets ander gaan doen. In de locatie De Schie werd klager gewoon ingesloten, behalve als hij ging
fitnessen. De fysiotherapeut en chirurg van het ziekenhuis hebben bevestigd dat klager ongeschikt is voor balsporten. Gelet op de beantwoording van de medische dienst van de p.i. De Boschpoort is aannemelijk dat het knieprobleem ook aanwezig was ten
tijde van het indienen van de klacht. Van de drie sportmomenten per week, kon klager aan twee sportmomenten (voetbal en volleybal) niet meedoen vanwege de kniebeperking. Op die momenten werd hij ingesloten. Wel kon klager zich opgeven voor extra
fitness, doch er was altijd een wachtlijst, zodat hij hier feitelijk nooit gebruik van heeft kunnen maken. Dit zou dan overigens ook tijdens de uren zijn dat hij is uitgesloten. Hierdoor zat klager langer achter de deur dan andere gedetineerden.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Bij binnenkomst wordt gecontroleerd of klager geschikt is voor de arbeid en voor sporten. De arbeidsongeschiktheid en sportongeschiktheid moeten
los
van elkaar worden gezien. Een eventuele arbeidsongeschiktheid is niet relevant voor de vraag of een gedetineerde kan sporten. Ten aanzien van klager is bekend dat hij beperkingen heeft met sport. Er is wel gekeken naar alternatieven, doch hij is nimmer
sportongeschikt verklaard. Bij sportongeschiktheid wordt een gedetineerde tijdens het sportmoment niet ingesloten. Indien een gedetineerde niet aan een sportactiviteit kan deelnemen, dan zal de medische dienst dit signaleren en de directeur informeren.
De afdeling waar klager verbleef heeft op 10 juli 2012 een mail ontvangen met de aanduiding “niet voetballen” en dus geen “algeheel sportspelverbod”.Doordat klager in plaats van voetbal een extra fitnessmoment heeft gekregen is zijn 59-uurs-programma
niet geschaad. Hiermee ontving klager twee maal een sportmoment per week. Het algeheel regiem kent een dagprogramma van 63 uur per week.
3. De beoordeling
Blijkens artikel 20, tweede lid, van de Pbw kunnen gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verblijven, worden verplicht zich in hun verblijfsruimte op te houden indien zij niet deelnemen aan activiteiten. Als onbestreden is vast komen
te staan dat klager op of omstreeks 23 juli 2012 tijdens een sportactiviteit (voetballen) is ingesloten op zijn cel. De inrichting hanteert als beleid dat gedetineerden met een algeheel sportspelverbod niet worden ingesloten. De directeur voert als
verweer dat klager niet tot deze categorie behoort. Waar voor de beklagcommissie nog een verband werd aangenomen met de eventuele arbeidsongeschiktheid van een gedetineerde, is thans gebleken dat deze niet aanwezig is.
Uit de nader toegezonden stukken, waaronder de e-mail van 10 juli 2012 van de medische dienst aan de afdeling, blijkt dat van klager bekend was dat hij niet mocht voetballen. Nergens uit blijkt dat klager van de medische dienst een algeheel
sportspelverbod opgelegd heeft gekregen. De beslissing van de directeur om klager in te sluiten tijdens het voetballen, kan derhalve bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De
beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager als alternatief extra fitness is aangeboden. Dat klager – zoals hij stelt – hier feitelijk nooit gebruik van heeft kunnen maken vanwege de wachtlijsten, doet daar niets aan af.
Klagers stelling dat vanwege het insluiten tijdens het voetballen het wettelijk minimum aantal uren dagprogramma (59 uur per week) niet wordt gehaald, wordt door klager feitelijk niet onderbouwd en overigens door de directeur bestreden. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.M.L. Pattijn MSM en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 28 maart 2013
secretaris voorzitter