Nummer: 12/4040/GB
Betreft: [klager] datum: 27 maart 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 5 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis afgewezen.
2. De feiten
Klaagster is sedert 5 juli 2010 gedetineerd. Zij verblijft in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de locatie Zwolle Zuid 2, een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en
overplaatsing van gedetineerden (de Regeling).
3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster meent dat de redelijke beslistermijn is overschreden alvorens zij de beslissing van de selectiefunctionaris heeft ontvangen. Klaagster heeft het verzoek op 12 juni 2012 ingediend en
de bestreden beslissing is op 5 december 2012 genomen. Klaagster kan zich niet vinden in de beslissing, aangezien zij van mening is dat het inmiddels veel beter met haar gaat en dat zij op een reguliere afdeling kan verblijven. Op de afdeling doet zij
het goed. Volgens klaagster is er geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 20c sub a of b van de Regeling. Het is voor klaagster van groot belang dat zij dichter bij haar familie kan verblijven.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Wat betreft de melding in het beroepschrift dat de redelijke beslistermijn is overschreden, verwijst de selectiefunctionaris klaagster door naar de reactie van
de directeur van de locatie Zwolle Zuid 2. Uit het advies van de gedragsdeskundige van de locatie Zwolle Zuid 2 blijkt dat de zorgindicatie niet opgeheven kan worden en de plaatsing in de PPC nog noodzakelijk is. Klaagster is intern verplaatst naar een
groepsgeschikte afdeling. Dat verblijf is na enige tijd weer teruggedraaid. Klaagster wordt niet geschikt geacht voor dit type afdeling. Zij functioneert thans op de beperkt groepsgeschikte afdeling redelijk stabiel. Klaagster ontvangt bezoek uit
Lelystad. Bezoek van familie heeft klaagster geweigerd.
4. De beoordeling
In artikel 20c van de Regeling wordt bepaald dat in een PPC gedetineerden kunnen worden geplaatst ten aanzien van wie: a. in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of
een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd; b. in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist. Uit het selectieadvies blijkt dat klaagster een ernstige psychiatrische stoornis heeft in
combinatie met een verstandelijke beperking. Ruim een half jaar geleden is klaagster van de afdeling beperkt groepsgeschikte vrouwen overgeplaatst naar een afdeling voor volledig groepsgeschikte vrouwen. Zij functioneerde niet binnen deze afdeling.
Daarop is zij teruggeplaatst naar de afdeling voor beperkt groepsgeschikten waar zij nu redelijk stabiel functioneert. Het belang van klaagster om dichter bij haar familie te verblijven is niet feitelijk onderbouwd. Gelet op het voorgaande kan de op de
onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 27 maart 2013
secretaris voorzitter