Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3751/GB, 26 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:26-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3751/GB

Betreft: [klager] datum: 26 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 augustus 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichtingen Breda.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De reisafstand is voor klagers partner te ver om klager te bezoeken. Dit komt doordat zij geen lange stukken kan lopen in verband met haar knieklachten. Ook is het financieel niet haalbaar voor haar. Hierdoor verslechtert klagers relatie met zijn vrouw
en kinderen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tijd genoeg gehad om het onderzoek rond te krijgen en er is geen reden om klagers verzoek af te wijzen. Informatie rondom de medische beperkingen van klagers partner kunnen bij haar opgevraagd worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen vanwege het negatieve advies van het OM in het belang van het onderzoek en omdat er in de inrichting waar klager naartoe wil worden overgeplaatst medeverdachten verblijven. Klager heeft op geen enkele wijze aangetoond dat
zijn bezoekers niet tot reizen in staat zijn en dat zij de reiskosten niet kunnen dragen. Ook de informatie omtrent de medische beperkingen van klagers partner zijn niet bekend.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
niet
feitelijk heeft onderbouwd waarom zijn partner hem niet in de inrichting kan bezoeken. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven