Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0682/GB, 4 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/682/GB

Betreft: [klager] datum: 4 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.H. Kappelhof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 6 maart 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 8 juni 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 432 dagen met aftrek van de tijd die hij in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De uitspraak is onherroepelijk geworden op 29 mei 2012. Klager heeft reeds 299 dagen
van de opgelegde vrijheidsstraf ondergaan. Op 4 februari 2013 is klager opgeroepen om zich op 6 maart 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager is in 2007 in vrijheid gesteld en heeft zijn normale leven weer opgepakt. Van klager wordt nu verwacht dat hij in vier weken tijd al zijn zaken regelt. Klager
verzoekt om vijf maanden uitstel van zijn meldplicht. Hij is in loondienst en daarnaast is hij gedeeltelijk als zelfstandige werkzaam. Hij zal zijn baan in loondienst verliezen, opdrachten mislopen en bestaande opdrachten niet kunnen uitvoeren,
waardoor
de kans aanwezig is dat hij zal worden geconfronteerd met schadeclaims. Klager heeft geen bezwaar tegen de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, maar hij heeft nog enige tijd, tot na de zomer, nodig om zijn zaken goed te kunnen regelen. In de
bestreden beslissing is onvoldoende rekening gehouden met klagers belangen. De reclassering hamert er steeds op dat gedetineerden, ex-gedetineerden en verdachten ervoor moeten zorgen zo snel mogelijk te resocialiseren. Klager heeft hiervoor zorg
gedragen. Klagers belangen zijn voldoende zwaarwegend om uitstel te rechtvaardigen. Klager verwijst daartoe naar bewijsstukken die volgens de selectiefunctionaris in bezwaar ontbraken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager heeft op 24 juli 2012 schriftelijk verklaard gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden in een b.b.i. Hij heeft derhalve in ieder
geval vanaf 24 juli 2012 de gelegenheid gehad om in te spelen op de consequenties van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf voor wat betreft zijn gezinssituatie, zijn financiële situatie en de bedrijfstechnische aspecten.
Klager had bovendien ten aanzien van het aangaan van betalingsverplichtingen rekening kunnen houden met de noodzakelijke tenuitvoerlegging. Verder heeft klager willens en wetens het risico genomen in een situatie te belanden waarvan thans sprake is
door
op 1 februari 2013 een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Voor wat betreft de zorg voor zijn kinderen kan klager wellicht een beroep doen op familieleden, buren of opvang. Ook kan klager zich, indien noodzakelijk, wenden tot de Stichting Jeugd en Gezin
in
zijn woonplaats dan wel tot het maatschappelijk werk. De in beroep overgelegde documenten vormen geen bewijsstukken van hetgeen klager heeft aangevoerd. Voor zover door de Belastingdienst uitstel van betaling is verleend tot 1 maart 2013, merkt de
selectiefunctionaris op dat klager zich pas op 6 maart 2013 dient te melden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Westlinge te Heerhugowaard is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst

4.3. Klager verzoekt om vijf maanden uitstel van zijn meldplicht, omdat hij zaken moet regelen voor zijn gezin en zijn werk. Uit de stukken blijkt dat klager, alvorens hij een oproep tot melden ontving, op 24 juli 2012 een verklaring heeft
ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. Klager wist op dat moment dat hij spoedig een oproep tot melden zou ontvangen. De beroepscommissie is van oordeel dat klager voldoende tijd heeft gehad
om
de zaken met betrekking tot zijn gezin en werk te regelen en te anticiperen op de aankomende tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Bovendien heeft klager onvoldoende feitelijk onderbouwd welke zaken hij dient te regelen. Uit de in beroep
overgelegde
documenten volgt immers enkel dat de Belastingdienst klager uitstel van betaling heeft verleend tot 1 maart 2013 voor het voldoen van verschillende aanslagen en dat klager twee vakanties met zijn gezin heeft geboekt. Gelet op het vorenstaande kan de
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 4 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven