nummer: 13/294/GA
betreft: [klager] datum: 19 maart 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.H.T. de Haas, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 januari 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen(p.i. Arnhem, locatie Arnhem-Zuid,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is het er niet mee eens dat de behandeling van de zaak niet is aangehouden, ondanks een daartoe strekkend verzoek omdat zijn raadsman niet aanwezig kon zijn.
Klager gedraagt zich goed binnen de p.i. Uit het Pro-Justitia rapport blijkt dat klager een leefomgeving dient te worden geboden van waaruit hij nadrukkelijke (ouderlijke) sturing kan ontvangen.
Klager kan verblijven bij zijn moeder. Hij wil stoppen met het gebruik van softdrugs.
Het openbaar ministerie heeft aangegeven als gevolg van het intrekken van het hoger beroep door klager niet langer negatief te beslissen.
De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Arnhem-Zuid heeft aangevoerd dat klagers verzoek om algemeen verlof is afgewezen op basis van het ernstig vermoeden dat het verlof zal leiden tot alcoholmisbruik, drugsmisbruik of een poging tot
invoer van contrabande alsmede vanwege het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres.
Klager heeft veel stappen in de goede richting gezet, maar het was te vroeg om op grond daarvan positief te beslissen op het verzoek.
Dat het openbaar ministerie thans niet langer negatief beslist maakt vorenstaande niet anders.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Klager heeft ten overstaan van de beklagcommissie zijn verhaal kunnen doen, zodat niet valt in te zien dat hij door het niet aanwezig zijn van zijn raadsman in zijn belangen zou zijn geschaad. Op 5 december 2012 heeft hij nog positief gescoord op een
urinecontrole.
De directeur heeft ten tijde van de beslissing op basis van de hem toen bekende gegevens tot afwijzing van het verzoek kunnen komen.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 maart 2013
secretaris voorzitter