Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3879/GA, 19 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3879/GA

betreft: [klager] datum: 19 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 december 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Ooyerhoek Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag houdt in dat klager vijf à zes weken geen arbeidsloon c.q. wachtgeld heeft ontvangen.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep schriftelijk toegelicht. De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagcommissie, is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur ingevolge artikel 47, vijfde lid, tweede volzin van de Pbw belast is met de vaststelling en uitbetaling van het arbeidsloon/wachtgeld. Het niet ontvangen of te laat
ontvangen van arbeidsloon/wachtgeld is derhalve een voor beklag vatbare beslissing in de zin van artikel 60 Pbw. Klager had dan ook ontvangen moeten worden in zijn beklag.

Door klager is gesteld dat hij vijf tot zes weken geen arbeidsloon/wachtgeld heeft ontvangen. Nu dit door de directeur niet is betwist, zal de beroepscommissie het beklag alsnog gegrond verklaren.
Uit de toelichting van de directeur volgt dat de problemen met het landelijke betalingssysteem zo snel mogelijk zijn opgelost en dat klager, ook al zou het tegoed op zijn rekening-courant onvoldoende zijn geweest, gedurende die tijd wel boodschappen in
de winkel heeft kunnen bestellen. De beroepscommissie zal, nu klager door de vertraging van uitbetaling van loon/wachtgeld geen nadeel heeft ondervonden, aan klager geen tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, verklaart dit beklag gegrond en kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 19 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven