Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3892/TA, 18 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3892/TA

betreft: [klager] datum: 18 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 oktober 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft enkele klachten over de vermissing / inbeslagneming en beschadiging van goederen, het niet ophalen van klager voor het bijwonen van een kerkdienst, de regeling van het bezoek tijdens groepsmomenten, klagers afzondering en de
weigering
van bezoek, het bellen en het openen van post van klagers advocaat.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Anders dan de beklagcommissie heeft overwogen, heeft klager zijn klachten wel degelijk geconcretiseerd. Hij is duidelijk geweest in zijn eerste brief die op
7 juni 2012 bij de commissie van toezicht is ontvangen. Klager heeft hierover contact gehad met de maandcommissaris. Over de klachten zou navraag worden gedaan bij het afdelingshoofd, waarna klager een brief zou ontvangen. Maar hij heeft niets meer
gehoord en wil dat zijn klachten inhoudelijk worden behandeld. De opmerking van de beklagcommissie dat klager zijn brieven heeft geschreven in plaats van getypt, is onterecht omdat hij in afzondering zat en niet kon beschikken over een computer.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het hoofd van de inrichting ziet de klachten thans voor het eerst en is het eens met het standpunt van de beklagrechter. Voor zover
de beroepscommissie meent dat de klachten wel duidelijk zijn omschreven, wil het hoofd van de inrichting in de gelegenheid worden gesteld de klachten inhoudelijk te bezien en daarop te reageren.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, derde lid, van de Bvt vermeldt klager zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag.

In verschillende brieven aan de commissie van toezicht, heeft klager onder meer het volgende aangevoerd. Klager is op 8 mei 2012 in afzondering geplaatst. Op 29 mei 2012 is hij in de gelegenheid gesteld zijn spullen uit zijn cel te halen. Hierbij
constateerde hij dat een zonnebril en een hoes waren beschadigd, dat enkele toiletartikelen (producten voor lichaamsverzorging en drie spuitflessen airwick refillbussen) werden vermist en dat twee parfumflesjes waren beschadigd. Klager heeft op 31 mei
2012 zijn locker met zijn schoenenverzameling gecontroleerd en heeft geconstateerd dat zijn schoenen waren beschadigd doordat de zolen eruit waren getrokken. Klager heeft zich er voorts over beklaagd dat hij niet is opgehaald voor het bijwonen van een
kerkdienst op 2 juni 2012. Ook heeft hij zich erover beklaagd dat bezoek alleen mogelijk is tijdens groepsmomenten, dat bezoek is geweigerd, dat post van zijn advocaat open is gemaakt en dat hij geplaatst is in afzondering.

Anders dan de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel dat de door klager genoemde klachten, zoals hiervoor weergegeven, voldoende concreet en duidelijk zijn omschreven om deze in behandeling te kunnen nemen. De procedure zoals omschreven in de
artikelen 60 en 61 van de Bvt biedt klagers de mogelijkheid de klachten mondeling ter zitting toe te lichten, opdat eventuele resterende onduidelijkheden kunnen worden weggenomen. De Bvt stelt overigens niet als vereiste dat een ter beschikking
gestelde
zijn klaagschrift getypt moet inleveren. In onderhavige zaak bestaat hiervoor ook geen aanleiding, nu klager zijn brieven in een redelijk leesbaar handschrift heeft geschreven.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd. Ter zitting van de beroepscommissie is gebleken dat de directeur in beroep voor het eerst heeft kunnen kennisnemen van de klachten van klager.
De beroepscommissie zal de zaak daarom terugwijzen naar de beklagcommissie om de klachten alsnog inhoudelijk te behandelen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagrechter.
Zij wijst de zaak terug naar de beklagcommissie van de inrichting om de klachten inhoudelijk te behandelen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. R.S.T. Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 18 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven