Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3531/JB, 7 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3531/JB

Betreft: [klager] datum: 7 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.C. Paridon, namens

[...], geboren op [1995], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 9 november 2012 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 februari 2013, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord [...], medewerker juridische zaken en [...], selectiefunctionaris.
Klagers raadsman mr. S.C. van Paridon heeft schriftelijk bericht dat hij en klager niet ter zitting zullen verschijnen. Hij heeft verzocht om de zaak op de stukken af te doen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager om te worden overgeplaatst naar de j.j.i. De Hartelborgt of een andere j.j.i. dichtbij Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Op 5 juli 2012 is klager als preventief gehechte geplaatst in de j.j.i. Teylingereind.
Op 11 oktober 2012 heeft Teylingereind verzocht om overplaatsing omdat klager zeer veel moeite heeft met het functioneren op een reguliere kort verblijfgroep vanwege zijn beperkte cognitieve capaciteiten.
Bij beschikking van 15 oktober 2012 is besloten klager over te plaatsen naar Rentray en bij beschikking van 31 oktober 2012 is klager in Rentray overgeplaatst naar een groep van licht verstandelijk beperkte (LVB) jeugdigen.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
In Rentray vindt geen enkele behandeling plaats. De talloze rapporten bieden geen enkel aanknopingspunt voor enig behandelplan. De stelling dat een ‘optimaal behandeltraject’ dient te worden uitgezet is derhalve op niets gebaseerd. In het verleden zijn
er bij klager ook testen afgenomen die IQ scores opleverden van ruim boven de 100 punten. Het motiveringsbeginsel is geschonden nu niet is gebleken dat enig onderzoek is gedaan naar de geponeerde stellingen. Klager kan goed functioneren op een ‘gewone
groep’ en hij verblijft ten onrechte op een LVB-groep. Klager dient ten spoedigste te worden overgeplaatst naar de j.j.i. De Hartelborgt en de Dienst Justitiële Inrichtingen dient te worden veroordeeld in de kosten van het geding. Klager dient
gecompenseerd te worden voor de ontstane vertraging.

De medewerker juridische zaken en de selectiefunctionaris hebben inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Op 9 november 2012 is het overplaatsingsverzoek afgewezen, omdat klager een LVB-indicatie heeft en hij alleen kan worden geplaatst in een j.j.i. die over de vereiste behandelmogelijkheden beschikt. Dit zijn Rentray te Lelystad en de j.j.i. Juvaid te
Veenhuizen. Rentray ligt het dichtsbij Rotterdam.
Bij brief van 5 december 2012 heeft Rentray aangegeven dat bij klager meerdere intelligentieonderzoeken zijn uitgevoerd. In maart 2005 is klager onderzocht en is een TIQ van 62 vastgesteld. In 2009 wordt met de WISC III een Totaal IQ van 54 gemeten en
in juni 2009 wordt met de SON-R, een non verbale intelligentietest, een SON IQ van 114 vastgesteld. Vanwege het grote verschil wordt klager opnieuw onderzocht met de WISC III, waarbij een Totaal IQ van 64 wordt gemeten. De verbale intelligentie
bedraagt
57 en de performale intelligentie bedraagt 77. Voorts heeft Rentray dossieranalyses en gedragsobservatie uitgevoerd, waarna is geconcludeerd dat klager op LVB-niveau functioneert. Uit het laatste intelligentieonderzoek (KAIT) van 20 oktober 2012 komt
naar voren dat klager op een LVB-niveau heeft gepresteerd. Hij behaalt een IQ van 58 met een interval tussen 53 en 67. Rentray is van mening dat klager absoluut niet goed functioneert op een reguliere groep. Klager is op verzoek van Teylingereind met
spoed overgeplaatst naar Rentray vanwege zijn gedrag en zijn beperkingen. Klager was daar betrokken bij een aantal incidenten. Volgens Rentray is klager het meest gebaat bij plaatsing op een LVB-groep. Uit recente inlichtingen van Rentray is gebleken
dat klager niet goed meewerkt en ook op de LVB-groep moeilijk te hanteren is. Klagers zaak is aangehouden tot maart 2013 in verband met horen van getuigen. De selectiefunctionaris onderkent de bezoekproblematiek. Vanwege de reisafstand is het voor
klagers moeder en familie lastig om hem te bezoeken. Zowel Teylingereind als Rentray zijn van mening dat klager thuis hoort op een LVB-groep en De Hartelborgt beschikt niet over een LVB-groep.
De selectiefunctionaris legt het perspectiefplan Fase 2 van 19 december 2012 over.

4. De beoordeling
Uit de uitslagen van de diverse IQ testen en de gedragsobservatie door Teylingereind en Rentray is gebleken dat klager op LVB-niveau functioneert. Uit het dossier blijkt dat klager vanwege zijn gedrag en zijn beperkingen niet kan functioneren op een
reguliere groep. In Teylingereind heeft een incident plaatsgevonden, waarbij klager een leidende rol had. Klager is toen op een andere groep geplaatst waarbij hij individueel werd benaderd. Ook in Rentray heeft klager zich op de kortverblijfgroep
ernstig misdragen en is hij betrokken geweest bij meerdere incidenten.
Gezien het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat klager thuis hoort op een LVB-groep. Er zijn twee j.j.i. aangewezen voor de plaatsing van LVB-jeugdigen, te weten de inrichtingen Rentray en Juvaid. De j.j.i. De Hartelborgt heeft geen
landelijk bestemming voor de plaatsing van LVB-jongeren.
Klager is preventief gehecht. Hij verblijft op een behandelgroep en hij neemt deel aan het groepsproces. In het door de selectiefunctionaris ter zitting overgelegde Perspectiefplan 2 van 19 december 2012 is opgenomen aan welke ontwikkelprofielen klager
de komende tijd gaat werken. Voorts blijkt uit dit plan dat nu klager de laatste week wat opener en vriendelijker is in het contact dat mogelijk met de tijd het vertrouwen wat groeit en klager ook open zal staan voor interventies.
De stelling van klager dat er geen enkele behandeling plaatsvindt in Rentray is in het licht van het bovenstaande dan ook niet aannemelijk geworden.
Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Voor zover door klager om een kostenveroordeling is verzocht, moet dit reeds worden afgewezen op de grond, dat de Bjj een mogelijkheid daartoe niet kent.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, R. van Benthem RA en dr. J.J. Kole, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven