Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3535/JA, 12 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:12-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3535/JA

betreft: [klager] datum: 12 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1993], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 november 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Horizon, locatie Kolkemate te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 februari 2013, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord klager en [...], hoofd behandeling.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft het inlichten van klagers ouders over zijn behandeling.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager staat gezien zijn leeftijd los van zijn ouders en gaat na het uitzitten van zijn straf niet bij zijn ouders wonen. Voordat klager werd opgenomen in de j.j.i. woonde hij al niet meer thuis. Het inlichten van zijn ouders heeft dan ook geen waarde
voor zijn behandeltraject. Door de inrichting zijn geen afspraken met klager gemaakt welke informatie aan zijn ouders wordt gegeven. Het is meerdere keren voorgekomen dat er informatie werd doorgegeven waartegen klager bezwaar had, zoals bij het
incident rond klagers gebruik van alcohol. Zo wil klager niet dat zijn ouders worden geïnformeerd over een gebruik van alcohol en drugs. Zijn ouders moeten alleen in noodsituaties worden geïnformeerd, zoals bijvoorbeeld een ziekenhuisopname. Klagers
moeder maakt zich al zorgen genoeg. Klager wil zelf bepalen wat hij aan zijn ouders vertelt en op welk moment hij dat doet. Klager wil graag een tegemoetkoming van € 20,= per dag. Klager heeft ongeveer vijf dagen in spanning gezeten, toen zijn ouders
op
de hoogte waren gesteld van het alcoholincident. Hij heeft zich toen erg druk gemaakt.

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Binnen DJI wordt als uitgangspunt gehanteerd het stuk ‘Visie op ouderparticipatie in j.j.i ‘. Vooral informatie over verlof en behandeling zijn van belang voor de ouders. De inrichting stelt zich op het standpunt dat ouders geïnformeerd dienen te
worden
tenzij belangen van de jeugdige zich daartegen verzetten, dit geldt voor jeugdigen jonger dan 18 jaar.
Aan de jongeren die 18 jaar of ouder zijn wordt expliciet gevraagd welke informatie moet worden verstrekt. De inrichting beslist echter vervolgens zelf welke informatie aan de ouders wordt gegeven. De inrichting is van mening dat klagers ouders de
informatie op prijs stellen. Bij klager is ooit overmatig alcoholgebruik geconstateerd en daar is de huisarts bijgeroepen. Ziekenhuisopname was echter niet nodig. Over dit incident zijn klagers ouders geïnformeerd.

3. De beoordeling
Tijdens het verblijf van een jeugdige in een j.j.i. worden ouders actief betrokken bij de behandeling. Dit is vastgelegd in het stuk van DJI ‘Visie op ouderparticipatie in j.j.i’. Ook in de basismethodiek YOUTURN vormt ouderparticipatie een belangrijk
onderdeel. In de Bjj en het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj) zijn de rechten van ouders en jeugdigen ten aanzien van ouderparticipatie opgenomen. Zo is in artikel 58, derde lid, Bjj bepaald dat ouders op de hoogte worden gesteld als er een
disciplinaire straf wordt opgelegd en dat jeugdigen van 18 jaar of ouder hiervoor eerst toestemming dienen te geven.
Voorts bepaalt artikel 69, eerste lid, Rjj dat ouders recht hebben op inzage in het dossier van de jeugdige, tenzij belangen van de jeugdige zich daartegen verzetten of inzage achterwege dient te blijven ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
van anderen. Ten aanzien van de jeugdige van 18 jaar en ouder is voor de inzage instemming van de jeugdige zelf vereist.

Conform artikel 1:247 Burgerlijk wetboek (Bw) omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Gelet daarop is het van belang om in het kader van hun opvoedingstaak ouders van
minderjarigen te betrekken bij en/of te informeren over de behandeling van de jeugdige, met uitzonderingen van de gevallen genoemd in de Bjj en Rjj waarin de jeugdige toestemming moet verlenen. Deze wettelijke opvoedingstaak vormt bij minderjarigen een
rechtvaardigingsgrond voor de inmenging die met het verstrekken van informatie zonder instemming van de minderjarige zelf wordt gemaakt op het recht van eerbiediging van diens privé leven, zoals bedoeld in artikel 8 EVRM. Zodra de jeugdige achttien
jaar
wordt eindigen echter de opvoedingstaak en het gezag van de ouders en is dit wetsartikel niet langer een rechtvaardigingsgrond voor de inmenging in het recht op eerbiediging van het privé leven, zoals neergelegd in artikel 8, tweede lid, EVRM.

Klager wil niet dat de inrichting zijn ouders op de hoogste stelt van incidenten waar hij bij betrokken was. Klager heeft meerdere keren bij het personeel aangegeven dat hij daartegen bezwaar heeft, met name toen zijn ouders op de hoogte werden gesteld
van het alcoholincident. Nu de klacht gericht is tegen een concreet geval voldoet deze aan het vereiste van artikel 65, eerste lid, Bjj.

De beroepscommissie is van oordeel dat aangezien klager inmiddels meerderjarig is en zelf heeft aangegeven niet in te stemmen met het verstrekken van informatie aan zijn ouders met betrekking tot zijn behandeling in de j.j.i de beleidsregels van het
stuk ‘Visie op ouderparticipatie in j.j.i.’ en van YOUTURN op dit punt strijdig zijn met het recht van klager op eerbiediging van het privé leven, zoals neergelegd in artikel 8 EVRM nu er geen rechtvaardigingsgrond meer is voor die inmenging als
bedoeld
in het tweede lid van dat artikel dat luidt: “Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale
veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen”.

De beslissing van de directeur om klagers ouders te betrekken bij en/of te informeren over klagers behandeling zonder diens uitdrukkelijke instemming is derhalve in strijd met voormeld verdrag. Klager zal ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag
en
het beklag zal gegrond worden verklaard. Dit alles doet overigens niets af aan het uitgangspunt van bovenvermeld beleid om ouders van jeugdigen zo veel mogelijk te betrekken bij en te informeren over hun behandeling maar verbindt aan de verstrekking
van
informatie aan ouders van jeugdigen van 18 jaar en ouder de voorwaarde dat die alleen gegeven kan worden met instemming van de meerderjarige zelf.
Nu de beslissing niet meer ongedaan is te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt hieromtrent te bepalen. De beroepscommissie stelt deze vast op € 20,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager ten laste van de directeur een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, R. van Benthem RA en dr. J.J. Kole, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 12 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven