Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3915/GB, 6 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3915/GB

Betreft: [klager] datum: 6 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.B.M.A. Engelen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Torentijd te Middelburg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 oktober 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Roermond.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat de bestreden beslissing onredelijk en onbillijk is. Klagers eerder uitgesproken voorkeur om in Roermond te verblijven is gedateerd en berust op klagers voorkeur die hij aan het begin van zijn detentie heeft uitgesproken. Het verzoek
van
klager om te worden overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Torentijd is gebaseerd op klagers actuele familiesituatie. Klager neigt thans naar meer contact met zijn vader en wil na zijn detentie in de nabijheid van zijn vader verblijven. Klager
acht het daarom van belang dat het contact met zijn vader kan worden aangesterkt een ook dat hij praktische zaken met hem kan afstemmen. Klager betwist dat zijn huidige gedrag te wensen overlaat. Klager wenst dan ook te verwijzen naar de aard en de
ernst van de gedragingen waarvoor hij disciplinaire straffen opgelegd heeft gekregen. De gedragingen van klager die hebben geleid tot de disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel hebben een voorgeschiedenis en er sprake is geweest
van een handeling om zichzelf te verweren. Begeleiding door het Veiligheidshuis kan even goed in Middelburg plaatsvinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 3 december 2012 geplaatst in de gevangenis van de locatie Roermond naar aanleiding van een selectievoorstel waarin was opgenomen dat klagers voorkeur uitging naar Roermond. Klager krijgt met regelmaat bezoek van familie uit Venray en
Helmond. Het Multidisciplinair Overleg van de locatie Roermond heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek omdat klagers gedrag te wensen overlaat en hem een aantal disciplinaire straffen is opgelegd. Klager staat op de lijst
geprioriteerden van het Veiligheidshuis. Een zogenoemde Risc en een plan in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR) is nog niet beschikbaar. Wanneer het TR-plan gereed is en daarin de provincie Zeeland als klagers toekomstige
verblijfadres wordt vastgesteld, is de selectiefunctionaris bereid een nieuw verzoek in behandeling te nemen.

4. De beoordeling
Klager verzoekt om overplaatsing naar de locatie Middelburg teneinde bezoek van zijn vader te kunnen ontvangen. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Nog
daargelaten of dat in dit geval een bijzondere omstandigheid zou opleveren, heeft klager niet nader onderbouwd dat zijn vader hem niet kan bezoeken op de locatie waar hij nu verblijft. Overigens is klager niet verstoken van bezoek. Voorts heeft de
selectiefunctionaris aangegeven bereid te zijn een nieuw verzoek in behandeling te nemen wanneer er een TR-plan van klager is. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in
tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven