Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3897/GA, 1 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3897/GA

betreft: [klager] datum: 1 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 november 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuid in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. P.P.J. van der Meij om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van 20 september 2012 van een verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klagers verlofaanvraag is afgewezen omdat hij de CoVaplus- training nog niet had afgerond en het Openbaar Ministerie (OM) negatief heeft geadviseerd. Klager is het er niet mee eens dat al zijn verlofaanvragen zijn afgewezen. Klager vindt de handelwijze
van de inrichting onacceptabel, omdat genoemde CoVa training inmiddels is afgerond. Klager heeft het gevoel dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd.

De directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
In de beslissing van 20 september 2012 is het meest recente advies van het OM van 7 juni meegenomen. De afdeling BSD is nagegaan of in klagers traject omstandigheden waren veranderd, maar dat was niet het geval. Wel was klager begonnen met de
CoVaplus-training.

Terugdringen Recidive (TR) heeft geadviseerd om de CoVaplus-training af te ronden alvorens aan klager vrijheden toe te staan. De Vrijheden Commissie (VC) heeft toen negatief geadviseerd.
Voorts heeft de directeur aangegeven dat klager op 29 oktober 2012 de CoVaplus-training met goed gevolg heeft afgerond. De afdeling BSD heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen met het OM. Het OM heeft na dit gesprek het bezwaar tegen het
verlenen van algemeen verlof ingetrokken, maar negatief geadviseerd ten aanzien van detentiefasering.
Klager is vervolgens besproken in het MDO en de Vrijheden Commissie (VC). De VC heeft besloten dat klager de kans moet krijgen om zich te profileren en te bewijzen. Aan klager is een gevangenisstraf van langer dan twee jaar opgelegd en ingevolge
artikel
17, eerste lid onder a, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is de selectiefunctionaris bevoegd te beslissen omtrent het verzoek om algemeen verlof. Aan klager is op 4 januari 2013 verlof verleend voor de duur van twaalf uur. Het verlof
is goed verlopen. Klager is op 14 januari 2013 overgeplaatst naar de penitentiaire inrichtingen Lelystad en er loopt een nieuw verzoek tot algemeen verlof.

3. De beoordeling
Klager is op 2 augustus 2012 in de locatie Zuid geplaatst en hij is op 6 augustus 2012 met de CoVaplus-training gestart. Het OM heeft op 7 juni 2012 een negatief advies gegeven vanwege het feit dat klager is veroordeeld voor een ernstig geweldsdelict,
de vrees voor maatschappelijke onrust en een hoog risico tot het plegen van strafbare feiten. Voorts heeft Terugdringen Recidive (TR) geadviseerd om de CoVaplus-training af te ronden alvorens aan klager vrijheden toe te staan. De Vrijheden Commissie
(VC) heeft negatief geadviseerd.
Gezien het voorgaande kon de directeur toen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond van artikel 4, aanhef en onder b en i, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, in redelijkheid tot de
bestreden beslissing komen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 1 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven