Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3160/GA, 1 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3160/GA

betreft: [klager] datum: 1 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 1 oktober 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...] verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 december 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, wegens een positieve urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan klager is een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting op de eigen cel opgelegd na een positieve score bij een urinecontrole. Het betrof
een derde positieve controle binnen drie maanden. Het laboratorium ‘Diagnostiek voor U’ wordt in het geval zich bijzondere omstandigheden voordoen om advies gevraagd over de vraag of sprake is van gebruik of afbouw. Een klinisch chemicus van het
laboratorium heeft verklaard dat tijdens het vasten THC in vet wordt opgeslagen, dat daarna in lage concentraties kan vrijkomen. Dit speelt een rol bij mensen die overgewicht hebben en in korte tijd veel afvallen. Volgens zijn mening kan ook dit geen
invloed hebben op de THC uitscheiding. Naar aanleiding van de uitspraak van de beklagcommissie heeft een andere klinisch chemicus verklaard dat het vasten inhoudt dat gedurende langere aaneengesloten periode geen voedsel wordt ingenomen. Gedurende de
ramadan wordt van zonsopgang tot zonsondergang niet gegeten. Hierna wordt alsnog gegeten. Er is geen sprake van vasten. De beklagcommissie neemt aan dat klager is afgevallen, terwijl er geen gegevens zijn over zijn postuur. Het daadwerkelijke
gewichtsverlies zou fors moeten zijn. Het is van belang dat niet wordt getreden in de professionele beoordeling van de klinisch chemici van het laboratorium.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Gedurende klagers detentie van 16 maanden is klager afgevallen van 64 kilo tot ongeveer 52 kilo. Vlak na de ramadan woog klager 50 kilo.

3. De beoordeling
Vast is komen te staan dat klager positief heeft gescoord op THC na een urinecontrole op 18 augustus 2012. Uit de stukken, waaronder de e-mailberichten van een klinisch chemicus van het laboratorium ‘Diagnostiek voor U’, komt naar voren dat vasten
invloed kan hebben op de afbouw, in die zin dat de werkzame stof THC dan wordt opgeslagen in het vet en dan in lage concentraties kan vrijkomen. Dit kan een rol spelen bij personen met overgewicht die in korte tijd veel afvallen.
Ter zitting van de beroepscommissie is gebleken dat klager niet valt onder de categorie personen waar de klinisch chemicus kennelijk op doelt. Klager heeft een slank postuur en is over een periode van 16 maanden slechts gering afgevallen. Bovendien
betekent het vasten tijdens de ramadan niet dat klager in het geheel geen voedsel tot zich neemt. De klinisch chemicus concludeert dan ook dat de gevonden waarden niet passen bij een afbouw. De positieve urinecontrole kan derhalve klager worden
verweten
en de beslissing van de directeur tot oplegging van een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in zijn cel kan niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak
van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, J.G.A. van den Brand en dr. H.G. van de Bunt, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 1 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven