Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3361/GB, 1 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3361/GB

Betreft: [klager] datum: 1 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 30 mei 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch. Op 27 september 2011 is hij, na de inrichting verlaten te hebben, niet teruggekeerd. Op 3 mei 2012 is klager aangehouden en op 7 mei 2012 is hij
geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek te Zutphen. Op 26 oktober 2012 is hij geplaatst in de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch en op 21 november 2012 is hij geplaatst in de locatie Niendure te Almelo (zeer beperkt beveiligde
inrichting, hierna: z.b.b.i.).

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Op 17 september 2012 heeft het b.s.d. van de locatie Ooyerhoek een feitelijk onjuist selectieadvies ingediend bij de selectiefunctionaris, die vervolgens klager heeft geselecteerd voor de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch. Die plaatsing maakt het
contact met zijn jongste kinderen onmogelijk. Zijn echtgenote woont in Hamburg, zijn zus op Terschelling en zijn twee kinderen van twaalf en tien jaar oud in de regio Deventer. Een kind is klassiek autistisch en een ander kind heeft grote psychische
problemen. Alleen plaatsing in de z.b.b.i van de locatie Niendure levert een haalbaar reisschema op.
Klagers bezwaarschrift is ongegrond verklaard, omdat hij op 27 september 2011 niet teruggekeerd zou zijn van verlof en eerst moest laten zien dat hij met afspraken met betrekking tot vrijheden om kon gaan. Verwezen wordt naar klagers brief van 12 juli
2012. Klager heeft toen zijn (vermeende) vluchtgevaar was opgeheven viermaal verlof gehad. Tweemaal incidenteel in verband met de situatie van zijn kinderen en tweemaal algemeen verlof. Deze verloven zijn zonder enig probleem verlopen. Voor het verlof
op 27 september 2011 is door klager geen aanvraag ingediend. Mevrouw G. van het b.s.d. van de locatie Ooyerhoek heeft van de locatie De Kruisberg telefonisch vernomen dat dit verlof geheim moest worden gehouden, omdat klager die dag een getuigenis of
zo
zou afleggen bij de rechtbank. Klager is bijna zes maanden ingesloten zonder fatsoenlijk contact met zijn vrouw en kinderen. Klager wil geplaatst worden in de z.b.b.i. Niendure, een tegemoetkoming voor zes maanden verblijf in gesloten detentie en een
oordeel over het optreden van het Openbaar Ministerie. De kwestie wordt inmiddels onderzocht door de waarnemend hoofdofficier van justitie mevrouw W.
Een brief van de Nationale Ombudsman van 30 oktober 2012 wordt overgelegd. Voorts een brief van het hoofd individuele zaken van de Dienst Justitiële Inrichtingen die heeft toegezegd dat selectie voor de z.b.b.i. van de locatie Niendure na klagers
eerste
verlof in de b.b.i. zal plaatsvinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef vanaf 30 mei 2011 in een b.b.i en heeft van daaruit en aantal goed verlopen verloven genoten. Na een incidenteel verlof op 27 september 2011 heeft klager gemeend hiervan niet terug te moeten keren en is hij op dat moment als ontvlucht
geregistreerd. Na aanhouding is hij op 7 mei 2012 geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek. Volgens de selectiefunctionaris heeft klager door zijn gedrag laten zien niet met de met hem gemaakte afspraken te kunnen omgaan en was het daarom te
vroeg om klager al in een z.b.b.i. te plaatsen. Klager kan door goed gedrag in een b.b.i. laten zien dat hij toe is aan doorplaatsing naar een z.b.b.i.Klager heeft in meerdere brieven getracht uit te leggen hoe en waarom hij niet is teruggekeerd van
het
incidenteel verlof. Probleem is dat hij zijn verhaal niet onderbouwt door het overleggen van verklaringen. Daarnaast heeft klager de justitiële documentatie tegen zich. Hij is veroordeeld wegens oplichting, verduistering en flessentrekkerij. Mede
hierdoor is er geen neiging om klager op zijn woord te geloven. Aanvankelijk stond klager te boek als "vluchtgevaarlijk” waardoor er bezwaar was tegen het verlenen van vrijheden. Inmiddels is dit bezwaar opgeheven. Op 6 september 2012 is klager door de
directeur van de locatie Ooyerhoek algemeen verlof verleend waarvan hij kennelijk op tijd is teruggekeerd. Klager heeft zelf aangegeven in een z.b.b.i. geplaatst te willen worden, maar in het selectieadvies is het voorstel gedaan om hem in een b.b.i.
te
plaatsen om daarmee te laten zien dat hij met vrijheden om kan gaan. Gelet op klagers onttrekking op 27 september 2011 is de selectiefunctionaris hierin meegegaan. In de beslissing op het bezwaarschrift is aangegeven dat in verband met de onttrekking
het nog te vroeg was om klager in een z.b.b.i. te plaatsen en dat bij goed verlopen verlof klager in een z.b.b.i. kon worden geplaatst. Duidelijk is dat klager al maanden in vrijheid had kunnen vertoeven als hij zich niet had onttrokken aan detentie.
Naar aanleiding van een goed verlopen verlof zal de beslissing worden genomen om klager in een z.b.b.i. te plaatsen.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Wat er ook zij van het relaas van klager over de reden voor zijn niet terugkeren naar de inrichting op 27 september 2011, de beroepscommissie neemt op grond van de stukken aan dat klager reeds op 29 augustus 2012, 6 september 2012, 12 september
2012 en 19 oktober 2012 verloven heeft genoten en dat die verloven telkens goed zijn verlopen. In dit licht en mede gelet op hetgeen klager heeft aangevoerd over de specifieke omstandigheden van zijn kinderen en de daaruit voortvloeiende wenselijkheid
van plaatsing van klager dichterbij de woonplaats van die kinderen, is de beroepscommissie van oordeel dat motivering van de ongegrondverklaring van het bezwaar van klager tegen plaatsing in de b.b.i. Groot Bankenbosch die beslissing in redelijkheid en
billijkheid en bij afweging van alle betrokken belangen niet kan dragen. Het beroep van klager zal daarom gegrond worden verklaard.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet op goede gronden rust en zal de beslissing vernietigen. Nu klager inmiddels in de
z.b.b.i. van zijn keuze is geplaatst, zal zij de selectiefunctionaris niet opdragen om een nieuwe beslissing te nemen. Zij zal klager een tegemoetkoming toekennen van € 50,= voor de periode vanaf 26 oktober 2012 tot 21 november 2012 waarin klager
ten onrechte in de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch heeft verbleven.
In de onderhavige procedure is een oordeel over het optreden van het Openbaar Ministerie, zoals door klager is verzocht, niet aan de orde.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij kent klager een tegemoetkoming van € 50,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven