nummer: 12/3884/GV
betreft: [klager] datum: 24 januari 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J. Roelse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 december 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. P.J. Roelse, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager betwist ooit harddrugs te hebben gebruikt. Klager heeft al langere tijd behoorlijk ernstige medische klachten, waaronder een nierfunctiestoornis. Gelet hierop kan allerminst worden
uitgesloten dat het lage kreatinegehalte hierdoor wordt verklaard. De raadsman heeft een verklaring van de medische dienst overgelegd waaruit dit duidelijk blijkt. Klager heeft diabetes en als gevolg daarvan een eiwitlekkage in de nieren. Klager meent
dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. De Staatssecretaris motiveert niet waarom er geen correlatie valt aan te tonen tussen de medische achtergrond en het te lage kreatininegehalte. Aan klager is nimmer een rapport aangezegd of een sanctie
opgelegd voor een urinecontrole. De beslissing heeft ook gevolgen voor klagers detentiefasering. Alles wordt nu drie maanden stopgezet.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Aan klager is geen algemeen verlof verleend vanwege een te lage kreatininegehalte tijdens een urinecontrole d.d. 10 november 2012. Deze uitkomst wordt gelijkgesteld met het
gebruik van harddrugs. De correlatie tussen dit te lage kreatininegehalte en de medische achtergrond van klager valt niet aan te tonen. Temeer niet, nu bij vorige en vrij recente urinecontroles geen sprake was van een te laag kreatininegehalte.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Openbaar Ministerie adviseert negatief, omdat het verzoek om verlof niet is onderbouwd met medische stukken. De directeur van de locatie De Kruisberg heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op het negatieve advies van het
Openbaar Ministerie en het te lage kreatininegehalte. De politie heeft aangegeven dat het opgegeven verlofadres niet als negatief bekend staat.
3. De beoordeling
Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een vrijheidsstraf wegens diefstal met geweld en afpersing. Zijn fictieve einddatum valt op of omstreeks 23 juli 2013.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.
Als onbestreden is komen vast te staan dat klager tijdens een urinecontrole op 10 november 2012 een te laag kreatininegehalte heeft gescoord. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie mag bij een kreatininegehalte van minder dan 2,0 mmol/l
worden uitgegaan van fraude, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De uitslag van de urinecontrole heeft niet geleid tot een disciplinaire straf, omdat klager inmiddels was overgeplaatst naar een andere inrichting. Klager voert als bijzondere
omstandigheid aan zijn medische toestand, in het bijzonder zijn nierklachten. In een faxbericht van 13 december 2012 stelt de medische dienst van de PI Veenhuizen, locatie Norgerhaven dat klager bekend is met diverse somatische aandoeningen, waarvan
bekend is dat deze mogelijk van invloed kunnen zijn op het kreatininegehalte in de urine. Volgens de medische dienst is de betrouwbaarheid van de afgenomen urinecontrole aanvechtbaar. De beroepscommissie is van oordeel dat de Staatssecretaris aan dit
standpunt in reactie op het beroep geheel voorbij gaat. Gelet hierop dient de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard. De beroepscommissie zal de bestreden beslissing vernietigen en de Staatssecretaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken. Nu de rechtsgevolgen van de vernietigde
beslissing nog kunnen worden hersteld, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 januari 2013
secretaris voorzitter