Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2785/GA, 24 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:24-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2785/GA

betreft: [klager] datum: 24 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.N. Wildschut, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 augustus 2012 van de beklagcommissie bij locatie Esserheem te Veenhuizen

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de bejegening van klager door een medewerker, het naar binnen gooien van medicatie en het bewust laten schrikken van klager.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het betreft niet enkel bejegening maar vooral het hierdoor niet verstrekken van medicijnen.

Namens de directeur is daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. In aanvulling daarop heeft de directeur gesteld dat het algemeen beleid is om de avondmedicatie via het celluikje te verstrekken en dat daarom evenmin op dit punt sprake is van
een beklagwaardige beslissing.

3. De beoordeling
Het beklag betreft de bejegening door het personeel rond de verstrekking van klagers medicijnen. In beroep stelt klager bovendien dat hij de medicatie niet verstrekt heeft gekregen, een standpunt dat geen onderdeel van het beklag heeft uitgemaakt en
dus
ook niet eerst in beroep kan worden aangevoerd. De beroepscommissie gaat dan ook aan deze stelling voorbij.
Hetgeen in beroep overigens is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 24 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven