Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3065/GB, 22 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:22-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3065/GB

Betreft: [klager] datum: 22 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) van de locatie Groot Bankenbosch te
Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 oktober 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling is afgewezen, omdat deze inrichting hetzelfde regime heeft als de inrichting waarin klager thans verblijft. Er is echter een groot verschil tussen
deze inrichtingen. Klager heeft nog een strafrestant van vijf en een halve maand en hij wil zich voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij. Klager kan zich beter voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij vanuit een b.b.i. als bedoeld in
artikel 20, tweede lid, van de Regeling.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek om overplaatsing naar een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling is afgewezen, omdat klager geen reden voor overplaatsing heeft opgegeven. ‘Psychologische beleving’ vormt geen selectiecriterium. Klager is reeds
eerder gefaseerd geweest en hij is vervolgens niet teruggekeerd van zijn regimaire verlof. Klager is geen Terugdringen Recidive (TR)-kandidaat meer. Nu de locatie Ooyerhoek Zutphen en een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling
allebei een regime van algehele gemeenschap hebben, is er geen reden om klager over te plaatsen.

4. De beoordeling
Klager verzoekt met het oog op detentiefasering om overplaatsing naar een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling. Deze afdeling heeft een normaal beveiligingsniveau en bevindt zich in een inrichting met een beperkt
beveiligingsniveau. Op een dergelijke afdeling, die als voorbereiding voor verdere detentiefasering kan gelden, kunnen gedetineerden worden geplaatst die voldoen aan de vereisten voor plaatsing in een gevangenis. Klager voldoet aan deze vereisten. Een
b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling, heeft een open karakter en aan gedetineerden die op deze afdeling verblijven worden meer vrijheden geboden dan aan gedetineerden die in een ‘reguliere’ gevangenis verblijven. Derhalve dient
aannemelijk te zijn dat klager op een verantwoorde manier met deze vrijheden zal kunnen omgaan. Nu uit de stukken blijkt dat klager zich eerder aan zijn huidige detentie heeft onttrokken door niet terug te keren van het regimaire verlof dat hij toen
had
in de b.b.i. van de locatie De Kruisberg Doetinchem en klager heeft aangegeven niets meer met TR te maken te willen hebben, acht de beroepscommissie het onvoldoende aannemelijk dat klager met deze vrijheden zal kunnen omgaan. De selectiefunctionaris
heeft derhalve in redelijkheid kunnen beslissen tot een afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling. Het beroep zal om deze reden ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 22 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven