Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2419/GB, 15 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2419/GB

Betreft: [klager] datum: 15 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 26 oktober 2012 door een lid van de Raad gehoord. Klagers raadsvrouw, die bij het horen niet aanwezig is geweest, heeft het beroep bij schrijven van 29 november 2012 nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Unit 1 van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 december 2004 gedetineerd. Hij is op 26 augustus 2011 vanuit detentie op Curaçao overgeplaatst naar de p.i. Vught. Op 1 maart 2012 is hij geplaatst in de locatie De Schie te Rotterdam. Op 29 juni 2012 is hij overgeplaatst naar Unit 1
van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tegen alle beslissingen van de directeur van de locatie De Schie klaagschriften ingediend. De ordemaatregel, waarbij klagers overplaatsing naar een andere inrichting aan de orde kwam, is nog niet afgedaan door de beklagcommissie. Klager
stelt dat hij toen niets te maken heeft gehad met de vechtpartij die de aanleiding voor een en ander was. Klager wil de uitspraak van de beklagcommissie op dat klaagschrift niet afwachten en wil graag nu een uitspraak op zijn beroepschrift. Klager
krijgt onvoldoende kans om zijn zaak goed uit te leggen. Er is nooit sprake geweest van een maandelijkse toetsing van de hem opgelegde toezichtmaatregelen. Daarnaast is zijn telefoon onrechtmatig getapt. De ontslagdatum is bepaald op 13 december 2012.

3.2. Klagers raadsvrouw heeft – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht.
Klager wil de camerabeelden van de vechtpartij, die aanleiding waren om klager over te plaatsen naar de p.i. Vught, kunnen inzien. Klager is de enige van de vier betrokkenen die is overgeplaatst. Hij zou – aldus de selectiefunctionaris – als enige een
steekwapen hebben gehanteerd, waarbij het hoofd van het slachtoffer zou zijn geraakt. Uit de rapportages met betrekking tot dat voorval blijkt niet dat het slachtoffer geraakt is. Klager ontkent zijn aandeel in het incident. De camerabeelden kunnen
daarover uitsluitsel geven. Klagers gedrag in de inrichting is positief. Hij staat weliswaar nog steeds met de status hoog op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst), maar er zijn geen feiten en omstandigheden die
de toepassing van de toezichtmaatregelen kunnen rechtvaardigen. Klager is van mening dat onzorgvuldig met zijn belangen wordt omgesprongen. Klager is van mening dat zijn plaatsing in Unit 1 een politiek getinte beslissing is. Klager denkt dat hij koste
wat kost in het regime van Unit 1 dient te blijven, met de strengste toezichtmaatregelen, zulks in opdracht van de Staatssecretaris.

3.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (Unit 1) van de p.i. Vught. Uit de informatie van de directeur van de locatie De Schie komt naar voren dat klager betrokken is geweest bij de mishandeling van twee
medegedetineerden. Hij heeft rake klappen uitgedeeld en vervolgens, toen de mishandeling doorging, niets gedaan om verder letsel te voorkomen. Dat de bron aan klager niet wordt medegedeeld uit angst dat deze zijn leven niet meer zeker is, zegt genoeg
over het gedrag van klager en de drie andere betrokkenen bij het incident. Klager en een aantal andere gedetineerden mogen de afdeling niet kunnen terroriseren, medegedetineerden mishandelen en dan geen verantwoording nemen voor hun daden. Klager is
als
enige overgeplaatst naar Unit 1 omdat hij bij het voorval een steekwapen heeft gehanteerd waarbij het hoofd van het slachtoffer is geraakt. Klager staat met de status ‘hoog’ op de GVM-lijst omdat hij al vaker betrokken is geweest bij incidenten met
medegedetineerden, waarbij hij geweld niet schuwt.

4. De beoordeling
4.1. Unit 1 van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In
het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers gedrag en betrokkenheid bij een vechtpartij - waarbij twee medegedetineerden zijn aangevallen door vier andere gedetineerden,
waaronder klager - verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager te plaatsen in een inrichting met een individueel regime niet als onredelijk of onbillijk aan te
merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven