Nummer: 12/2935/GB
Betreft: [klager] datum: 29 november 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Soeteman, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 3 december 2012 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is op 11 november 2009 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 286 dagen. Deze uitspraak is op 29 november 2011 onherroepelijk geworden. Op 17 april 2012 is klager opgeroepen om zich op 29 mei 2012 te melden in de b.b.i. Maashegge te Overloon.
Het hiertegen ingestelde bezwaar is gegrond verklaard en klager heeft uitstel gekregen zich te melden voor de duur van zes maanden.
Op 29 augustus 2012 is klager opgeroepen om zich op 3 december 2012 te melden in de b.b.i. Bankenbosch te Veenhuizen. Het hiertegen ingestelde bezwaar is bij beslissing van 6 september 2012 ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager zou zich aanvankelijk dienen te melden in Overloon. Thans is dat veranderd in Veenhuizen. Dit heeft verregaande bezoekconsequenties, aangezien klager, evenals zijn gezin, woonachtig is in Bergeijk. Niet valt in te zien hoe de capaciteit ineens
kan zijn komen te vervallen.
Voorts lopen er bij de Hoge Raad der Nederlanden momenteel twee procedures, welke rechtstreeks op klager betrekking hebben. Een fiscale en een strafrechtelijke procedure.
Indien de herzieningsprocedure, door klager op 16 maart 2012 ingediend, tot een gegrondverklaring leidt, betekent dit dat klagers strafzaak opnieuw zal moeten worden gehouden en zijn eerdere veroordeling, waarvoor hij zich op 3 december 2012 dient te
melden, zal komen te vervallen. Een beslissing in de strafzaak zal niet voor 3 december 2012 worden genomen. In geval van een gegrond verklaring zal klager ten onrechte gedetineerd zijn geweest. Ook de met de detentie samenhangende financiële
consequenties voor zijn bedrijf zullen dan ten onrechte worden geleden.
De selectiefunctionaris stelt niet meer uitstel te mogen verlenen dan de reeds verleende zes maanden, maar heeft deze termijn zelf overschreden door de verlengde melddatum van 29 november 2012 te verzetten naar 3 december 2012.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gelet op de concentratie van leegstand binnen DJI en een efficiënte benutting van de capaciteit is er nog slechts beschikking over twee bestemmingen voor zelfmelders. Eén in Heerhugowaard en één in Veenhuizen. Klager komt als zelfmelder in aanmerking
voor plaatsing in een van deze beide beperkt beveiligde inrichtingen.
Op 3 maart 2012 heeft klager aangegeven gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. Op 17 april 2012 heeft hij een oproep ontvangen zich op 29 mei 2012 te melden in de b.b.i. Maashegge te Overloon. Hiertegen heeft klager een
bezwaarschrift ingediend met een verzoek om uitstel. Dit is hem verleend voor de duur van zes maanden zodat klager maatregelen kon treffen om zijn bedrijfsvoering te borgen gedurende zijn detentieperiode.
Thans wordt in beroep aangevoerd dat er gewijzigde gronden zijn om uitstel te verlenen, namelijk een ingediend herzieningsverzoek bij de Hoge Raad. De selectiefunctionaris kan bij uitzondering uitstel verlenen voor een periode langer dan zes maanden,
maar dient hierin af te stemmen met het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat er geen aanleiding is de executie verder op te schorten. Vanuit het gerechtshof Arnhem en de Hoge Raad is aangegeven dat het ingediende
herzieningsverzoek geen aanleiding is tot opschorting van de tenuitvoerlegging.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Bankenbosch is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat aan klager al eerder een uitstel van zes maanden is verleend teneinde zijn bedrijfsvoering zodanig te regelen dat continuïteit gewaarborgd zou zijn.
De thans aangevoerde gronden zijn niet van dien aard dat deze zouden nopen tot een langer uitstel. Dat klager zich thans dient te melden in Veenhuizen, hoe begrijpelijk ook dat dit tot logistieke problemen zal leiden, maakt dit niet anders. Klager
dient
zijn straf uit te zitten in een van de daartoe aangewezen b.b.i.’s. Gelet op de capaciteitsbenutting zijn er klaarblijkelijk nog slechts twee inrichtingen waar dat mogelijk is.
Hetgeen klager in dit verband heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 november 2012
secretaris voorzitter