Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3198/TB, 4 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

.

nummer: 12/3198/TB

betreft: [klager] datum: 4 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.M. Kwakman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 9 oktober 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 december 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klagers raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman en klager hebben schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen naar een tbs-inrichting te Utrecht afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 24 oktober 2006 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beslissing van 22
november
2007 is klager geplaatst in FPC De Rooyse Wissel te Venray. Klager heeft op 28 augustus 2012 verzocht om hem over te plaatsen naar een tbs-inrichting te Utrecht. Op 9 oktober 2012 heeft de Staatssecretaris dit verzoek afgewezen. Op 14 oktober 2012 is
klager overgeplaatst naar de locatie Overmaze te Maastricht van FPC De Rooyse Wissel.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft geen vertrouwen meer in een behandeling in FPC De Rooyse Wissel. Hem worden algemene interventies geboden gericht op het voorkomen van recidive, sociotherapeutische gesprekken en maatschappelijk werk die in iedere tbs-inrichting worden
geboden. Klager volgt geen therapie meer als gevolg van het gebrek aan vertrouwen. Uit hetgeen de afgelopen periode is gebeurd, blijkt dat de inrichting op geen enkele manier zicht heeft op het psychisch functioneren van klager noch op de
risicofactoren. Oplopende frustratie heeft uiteindelijk tot een onttrekking van twee weken geleid. De inrichting doet voorkomen alsof de onttrekking geheel onverwacht kwam en er geen aanwijzingen waren. Verwezen wordt naar de wettelijke aantekeningen,
waaruit volgt dat het gebrek aan vertrouwen in de deskundigheid van de inrichting terecht is. Er zijn meerdere signalen geweest die genoemd worden in het vroegsignaleringsplan waarop door de inrichting ingespeeld had moeten worden. Uiteindelijk is de
druppel voor de weigering om nog langer behandeld te willen worden door de inrichting geweest de aperte onjuistheden die de inrichting schrijft over hetgeen zijn moeder twee weken voor de onttrekking zou hebben gezegd. Klager heeft haar geen geld
gevraagd en er is niet gesproken over zijn ID-kaart. Die passage is inmiddels verwijderd uit klagers wettelijke aantekeningen. Voorts blijkt uit de wettelijke aantekeningen dat de locatie Venray wel bekend was met zijn verzoek om overplaatsing. Door
gebrek aan vertrouwen in de deskundigheid van het personeel en door aperte onjuistheden heeft klager geen vertrouwen meer in een goede behandeling in FPC De Rooyse Wissel. Er is zeker een behandelinhoudelijke reden voor overplaatsing.
Als de beslissing tot overplaatsing is genomen, wenst klager in de omgeving van zijn familie te Utrecht te worden geplaatst. Het onderzoeken en herstellen van contact met zijn familienetwerk is onderdeel van zijn behandeling. Het verlof naar het
netwerk
verloopt prima en zorgt ervoor dat de band wordt verstevigd. De netwerkverloven werken motiverend voor zijn behandeling. Vader is dement en kan niet meer autorijden. Zijn moeder heeft geen rijbewijs. De afstand Utrecht-Maastricht is te groot voor wat
betreft resocialisatie en de reiskosten zijn te hoog.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Het behandelteam in de locatie Overmaze heeft voldoende vertrouwen om de behandeling voort te zetten. In de behandelplanbespreking van 5 december 2012 is bevestigd dat het vertrouwen er nog is. Klager lijkt momenteel te twijfelen tussen door te gaan
met
de behandeling in de locatie Overmaze of toch om overplaatsing te vragen. Hij volgt therapie en sluit blokken af. Hij volgt dramatherapie en staat op de lijst voor schematherapie. In verband met zijn onttrekking kan pas in juli 2013 weer verlof worden
aangevraagd.
De inrichting heeft duidelijke plannen en therapieën voor ogen. Maatschappelijk werk ondersteunt klagers netwerk. Het netwerk wordt meegenomen in klagers behandeling.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uit de inlichtingen namens de Staatssecretaris is niet aannemelijk geworden dat er sprake zou zijn van wederzijds wantrouwen. Klager neemt deel aan therapie, staat op de wachtlijst voor schematherapie en heeft therapieblokken afgerond. Naar het
oordeel
van de beroepscommissie is er geen behandelinhoudelijke reden om klager over te plaatsen. Klager heeft ook geen andere zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet
tot
de bestreden beslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn familie kan evenmin tot een ander oordeel leiden. De beroepscommissie is niet gebleken van een, thans uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke
wenselijkheid van plaatsing van klager in de regio Utrecht ten behoeve van bezoekmogelijkheden dat de Staatssecretaris tot een positieve beslissing had moeten komen.
In verband met klagers onttrekking aan de tbs gedurende twee weken in juli 2012 is zijn verlofmachtiging van rechtswege vervallen en komt hij een jaar niet aanmerking voor verlof. De beroepscommissie gaat er vanuit dat indien in de toekomst klagers
resocialisatietraject weer actueel wordt de mogelijkheid van resocialisatie in de omgeving van klagers netwerk ter sprake zal komen.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing om klagers verzoek om overplaatsing af te wijzen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven