nummer: 12/3611/GV
betreft: [klager] datum: 4 januari 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 november 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij neemt deel aan een traject in het kader van Terugdringen Recidive (TR). De omstandigheid dat hij de geïndiceerde interventies nog niet heeft ondergaan, is niet aan hem te wijten. Hij is destijds ten
onrechte op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst) geplaatst en inmiddels is hij van deze lijst verwijderd. Klager snapt niet dat het Openbaar Ministerie (OM) negatief heeft geadviseerd. De mededader in klagers
strafzaak heeft wel een positief advies gekregen, terwijl hij eerder voor geweldsmisdrijven is veroordeeld en klager niet. Bovendien is klager ook slachtoffer in deze zaak, want hij is met een mes gestoken. Klager gedraagt zich goed in de inrichting,
hetgeen blijkt uit zijn penitentiair dossier. Het is voor klager, alsmede voor zijn partner en kind belangrijk dat hij met verlof kan. Hij probeert er alles aan te doen om op een zo goed mogelijke manier terug te keren in de maatschappij. Hij zal zich
houden aan alle voorwaarden.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het OM heeft negatief geadviseerd, omdat het recidiverisico is ingeschat als hoog en er een hoog risico op het onttrekken aan voorwaarden bestaat. Klager is veroordeeld voor
een
geweldsdelict. Er zijn verschillende gedragsinterventies geïndiceerd en de Staatssecretaris heeft uit de stukken niet kunnen opmaken dat klager de interventies reeds heeft gevolgd of daaraan is begonnen. Verder heeft hij tot twee maanden geleden op de
GVM-lijst gestaan en de Staatsscretaris zou klagers functioneren in de inrichting nog wat langer willen aanzien alvorens tot het verlenen van verlof wordt overgegaan.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Geadviseerd wordt om het verlof op een doordeweekse dag te laten plaatsvinden, zodat klager een identiteitsbewijs kan
aanvragen, aangezien zijn rijbewijs is beschadigd. Hij kan zich hier nog wel mee legitimeren.
Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verlenen van vrijheden in verband met gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten en het risico van ongewenste confrontatie met slachtoffers of anderszins
betrokkenen. Volgens het OM blijkt uit het reclasseringsadvies van 14 september 2012 dat het recidivegevaar, het risico op het onttrekken aan voorwaarden en het risico op letselschade door de reclassering als hoog is ingeschat. Klager heeft, zo blijkt
uit het reclasseringsadvies, bepaald niet van harte ingestemd met het voorgestelde plan van aanpak. Er is sprake van impulsief, dominant gedrag, verlies van zelfbeheersing en een beperkt probleembesef. Klager neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn
handelen en maakt een berekenende indruk. Er is geen sprake van een intrinsieke motivatie. Tevens bestaat er een risico op slachtofferconfrontatie dat hoe dan ook moet worden vermeden.
De politie heeft geen bezwaar tegen verblijf op het opgegeven adres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van dertig maanden met aftrek, wegens het medeplegen van een poging tot doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 29 juli 2013.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.
Klager verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, een inrichting met een normaal beveiligingsniveau. Op 20 september 2012 is hij van de GVM-lijst afgehaald en op 16 november 2012 is hij in verband met zijn functioneren
geselecteerd voor een afdeling zonder regimair verlof van de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Westlinge, een inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
Klager heeft verzocht om algemeen verlof. Niet gebleken is dat het mogelijke risico op slachtofferconfrontatie niet kan worden ondervangen door het verbinden van (één of meer) bijzondere voorwaarden aan het verlof. De verlofcommissie van de locatie
Zuyder Bos en de politie hebben positief geadviseerd en klager heeft zich goed gedragen in de inrichting. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie dan ook van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris als onredelijk en onbillijk moet
worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor toekenning
van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na
ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 4 januari 2013
secretaris voorzitter