Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3042/GB, 4 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3042/GB

Betreft: [klager] datum: 4 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 5 juli 2010 gedetineerd. Hij verbleef op een afdeling van de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard zonder regimair verlof, een inrichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Op 10 augustus 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een normaal beveiligde inrichting. Op 6 november 2012 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Alphen aan den
Rijn.

2.2. Bij mondelinge uitspraak van 5 december 2012, met nummer 2012-281, van de beklagcommissie bij de locatie Westlinge, is klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag betreffende een ordemaatregel van zeven dagen afzondering in een
afzonderingscel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In de primaire beslissing wordt gesteld dat klager de orde en veiligheid in de inrichting heeft verstoord, maar dit wordt niet nader onderbouwd. Volgens klager is de beschrijving van de
gebeurtenissen in de beslissing op bezwaar, niet juist. Klager is nooit gehoord of anderszins in staat gesteld om zijn verhaal te doen. Verder wordt namens klager toegelicht dat aan klager geen ordemaatregel of disciplinaire straf is opgelegd, zodat er
geen wettelijke basis was voor de overplaatsing. Ten slotte wordt namens klager toegelicht dat bij de plaatsing in de p.i. Ter Apel geen rekening is gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. Zijn partner, (jonge) kinderen en zijn moeder wonen in
Amsterdam. Klagers moeder is niet in staat om vijf uur op een dag te reizen. Ook klagers partner en kinderen zijn, nu zij geen eigen vervoer hebben, niet in staat om een dergelijke reis te maken. Klager heeft eerder medische informatie overgelegd
waaruit de medische beperkingen van zijn moeder blijken. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager had een conflict met een medegedetineerde en zag dat een andere medegedetineerde die hem te hulp schoot, werd opgesloten. Klager heeft toen agressief gereageerd
door met zijn vuisten op de ramen van de woonkamer te slaan en zijn slaapverblijf te barricaderen. Hij heeft aangegeven dat hij zal vechten, ook al zou het Interne Bijstand Team (IBT) er worden bijgehaald. Verder heeft klager met een mobiele telefoon
gebeld. Klager is uiteindelijk door het IBT van zijn cel gehaald en geplaatst in een afzonderingscel, hetgeen gepaard ging met veel verbaal geweld richting het personeel. Bij de plaatsing naar een gesloten inrichting is geen rekening gehouden met
klagers persoonlijke omstandigheden, maar is alleen gekeken waar er op dat moment capaciteit was. Aan klager is geen disciplinaire straf of ordemaatregel opgelegd, omdat hij direct na het incident is overgeplaatst.

4. De beoordeling
4.1. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat uit het selectieadvies van 10 augustus 2012 volgt dat klager zich in de locatie Westlinge ernstig heeft misdragen. Klager heeft onder meer op het moment dat een medegedetineerde door het personeel werd afgevoerd met een stoel tegen het
woonkamerraam
geslagen. Toen het personeel klager wilde afvoeren, heeft klager de slaapgelegenheid gebarricadeerd. Uiteindelijk is hij met behulp van het IBT in afzondering geplaatst. Uit telefonische informatie van de beklagcommissie bij de locatie Westlinge en het
BSD van de p.i. Alphen aan den Rijn is naar voren gekomen dat aan klager op 10 augustus 2012 een ordemaatregel van zeven dagen afzondering in een afzonderingscel is opgelegd naar aanleiding van het incident. Klager is echter diezelfde dag overgeplaatst
naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel. Nu klager als gevolg van zijn eigen handelen moest worden overgeplaatst en er op dat moment voldoende capaciteit was in de p.i. Ter Apel, heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen besluiten om klager
te selecteren voor de gevangenis van de p.i. Ter Apel. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 4 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven