Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2986/GB, 10 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2986/GB

Betreft: [klager] datum: 10 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. J. de Mare, op 4 december 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 13 februari 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen. Op 16 juli 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de normaal beveiligde inrichting van de
locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Op 8 november 2012 is hij geplaatst in de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager was gedetineerd in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch. Hij was reeds geselecteerd voor een zogenaamd “gestapeld
traject”. Hij zou in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) worden geplaatst en van daaruit zou hij vervolgens worden geselecteerd voor deelname aan een penitentiair programma. Op 29 juni 2012 is klager te laat teruggekeerd van zijn verlof.
Hij was onder invloed van alcohol en hij had contrabande in zijn bezit. Hij heeft hiervoor een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel gekregen. De directeur heeft klager vervolgens ter selectie aangeboden. Naar aanleiding
hiervan heeft de selectiefunctionaris op 4 juli 2012 beslist dat de plaatsing van klager in de z.b.b.i. van de locatie Fleddervoort niet doorgaat. Klager heeft zich bij deze beslissing neergelegd en is niet in bezwaar gegaan, aangezien hij erkent dat
hij onder invloed was van alcohol. Op 12 juli 2012 kwam er echter opnieuw een beslissing van een andere selectiefunctionaris waarbij klager is geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, een normaal beveiligde inrichting.
Klager heeft op 13 juli 2012, dus binnen zeven dagen, een bezwaarschrift ingediend tegen deze beslissing. Klager kreeg in eerste instantie geen papier in de strafcel. De directeur heeft klager uiteindelijk geholpen en de stukken van 13 juli 2012 aan de
selectiefunctionaris gestuurd. De selectiefunctionaris heeft de stukken niet ontvangen, terwijl de directeur aangeeft dat ze de stukken aan de selectiefunctionaris heeft gestuurd. Bij beslissing van 18 september 2012 is uiteindelijk klagers
bezwaarschrift van 12 september 2012 ongegrond verklaard. De selectiefunctionaris stelt in de beslissing op bezwaar dat klager op 25 juni 2012 na een regimair verlof gedragsbeïnvloedende middelen heeft gebruikt. Dit zou de reden zijn dat de plaatsing
in
de z.b.b.i. was komen te vervallen. Vervolgens is op 29 juni 2012 na afloop van een incidenteel verlof vastgesteld dat klager onder invloed was van alcohol en dat hij contrabande in zijn bezit had. Dit is volgens de selectiefunctionaris de reden dat
klager is geselecteerd voor een normaal beveiligde inrichting. Volgens klager is er nooit iets gebeurd op 25 juni 2012. Hier klopt dus niets van. Verder geeft klager aan dat er ook een beslissing op bezwaar is van 20 september 2012 waarin hetzelfde
staat als in de beslissing van 18 september 2012. Zijn bezwaar is dus twee keer ongegrond verklaard. Er klopt niets van de hele gang van zaken. De selectiefunctionaris heeft stukken achtergehouden. Gelukkig heeft klager kopieën van alle stukken
bewaard.
Klager legt de beslissing van de selectiefunctionaris van 4 juli 2012 en van 20 september 2012 over. Hij voelt zich benadeeld, want hij is ten onrechte vier maanden in de gevangenis van de locatie Norgerhaven gedetineerd geweest. Dit is een gevangenis
met een veel zwaarder regime dan een b.b.i. Hij is hierdoor vier of vijf keer verlof misgelopen. Ook kon klager in die vier maanden niet naar de (eigen) psycholoog om even zijn verhaal kwijt te kunnen en uit te razen. Klager verzoekt om toekenning van
een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager was gedetineerd in de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch en hij was reeds geselecteerd voor een gestapeld traject. Bij beslissing
van 4 juli 2012 is de beslissing tot plaatsing in de z.b.b.i. ingetrokken door klager te selecteren voor de b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch. Klager is niet teruggeplaatst naar de b.b.i., maar zijn overplaatsing naar de z.b.b.i. is nooit
uitgevoerd. Reden hiervoor was dat klager gedragsbeïnvloedende middelen had gebruikt na een regimair verlof van 25 juni 2012. Op 29 juni 2012 is klager een uur te laat teruggekeerd van een verlof. Hij was onder invloed van alcohol en hij had een
hoeveelheid softdrugs en pillen bij zich. Klager heeft bij het horen toegegeven dat hij wiet bij zich had en slaappillen die niet door de inrichtingsarts waren verstrekt. Op 10 juli 2012 heeft de directeur van de locatie Groot Bankenbosch voorgesteld
om
klager - in verband met hetgeen op 29 juni 2012 was voorgevallen - te selecteren voor een inrichting met een normaal beveiligingsniveau, hetgeen heeft geresulteerd in de beslissing van 12 juli 2012.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. In het onderhavig beroep is de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen de beslissing van 12 juli 2012 tot plaatsing in de normaal beveiligde inrichting van de locatie Norgerhaven aan de orde. Klager verblijft inmiddels weer in
een b.b.i. Nu klager heeft verzocht om toekenning van een tegemoetkoming, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen.

4.4. De beroepscommissie stelt vast dat zowel op 18 september 2012 als op 20 september 2012 het bezwaarschrift gericht tegen de beslissing van 12 juli 2012 ongegrond is verklaard. Nu beide beslissingen gelijkluidend zijn, zal de beroepscommissie
hier
verder aan voorbij gaan. Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat het aantal beslissingen van de selectiefunctionaris voor verwarring heeft gezorgd bij klager, is zij van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris tot plaatsing van klager in
de gevangenis van de locatie Norgerhaven, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk en onbillijk aan te merken valt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de omstandigheid dat klager op 29 juni 2012 te laat is
teruggekeerd
van verlof, onder invloed was van alcohol en contrabande bij zich had, terugplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting rechtvaardigt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven