Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3709/GB, 3 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:03-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3709/GB

Betreft: [klager] datum: 3 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 19 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Uit telefonische inlichtingen van de selectiefunctionaris is gebleken dat het door klaagster ingediende gratieverzoek d.d. 12 oktober 2012 buiten behandeling is gelaten, omdat het verzoek binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis
is ingediend. Uit telefonische inlichtingen van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) is gebleken dat de CVOM geen verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf van klaagster heeft ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Ter Peel te Sevenum ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is op 30 juni 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 dagen. Voornoemde uitspraak is op 28 augustus 2012 onherroepelijk geworden. Op
8 november 2012 is klaagster opgeroepen om zich op 7 januari 2013 te melden in de b.b.i. van de locatie Ter Peel.

3. De standpunten
3.1. Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het Gerechtshof Arnhem heeft klaagster geadviseerd om via de beroepscommissie een verzoek om gratie in te dienen en via het CVOM een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf. Klaagster verzoekt om uitstel van de melddatum tot het
moment dat op de verzoeken is beslist. Het Gerechtshof Arnhem heeft gezegd dat klaagster mogelijk een gratieverzoek kan indienen en dat de aan klaagster opgelegde gevangenisstraf omgezet kan worden in een taakstraf voor de duur van veertien uur.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar de beslissing op bezwaar van 19 november 2012.

4. De beoordeling
Uit inlichtingen is gebleken dat het door klaagster ingediende gratieverzoek op
12 oktober 2012 buiten behandeling is gelaten, omdat het verzoek binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis was ingediend. Voor zover klaagster heeft verzocht om via de beroepscommissie een nieuw gratieverzoek in te dienen, merkt
de
beroepscommissie op dat dit niet mogelijk is. Dit verzoek kan enkel worden ingediend bij de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Klaagster verzoekt tevens om uitstel in verband met een door haar via het CVOM ingediend verzoek om
opschorting van de tenuitvoerlegging van de straf. Uit inlichtingen is gebleken dat het CVOM tot op heden geen verzoek van klaagster heeft ontvangen. Klaagster heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat er andere zwaarwegende belangen zijn die tot uitstel
van de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf nopen. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 3 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven