Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3418/GM, 2 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3418/GM

betreft: [klager] datum: 2 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 29 oktober 2012 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 december 2012, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord.
De tandarts verbonden aan de p.i. Ter Apel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 2 oktober 2012, betreft het niet geven van de juiste behandeling bij een probleem van een van de kiezen.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager ging toen hij in Ter Apel verbleef naar de tandarts omdat hij vond dat zijn gebit gereinigd moest worden. De tandarts zag dat in een van zijn kiezen een soort gleuf zat. Hij heeft toen die kies uitgeboord en gevuld. Bij dat vullen is er iets
verkeerd gegaan. De vulling zat te hoog. De tandarts heeft toen een beetje afgeslepen maar het bleef te hoog. Klager had pijn bij het bijten. Het leek er op dat de vulling bij het bijten op de zenuw drukte. Klager heeft een en ander met het personeel
besproken en is vervolgens weer naar de tandarts, die nog in de inrichting was, gegaan. De tandarts zei dat een en ander mogelijk door de behandeling nog een beetje geïrriteerd was. Hij kreeg een kruidnagel om op te zuigen, dan zou het wel overgaan.
Vervolgens zei de tandarts dat klager de volgende week maar terug moest komen als hij nog steeds last had en dat hij de kies dan wel zou trekken. Klager is vervolgens met verlof gegaan en heeft toen zijn eigen tandarts bezocht. Die heeft de vulling
afgeslepen en toen waren binnen enkele minuten alle problemen opgelost. Het afdelingshoofd had eerder tegen klager gezegd dat, als hij zijn eigen tandarts zou bezoeken, de kosten in beginsel voor zijn eigen rekening zouden zijn. Als echter zou blijken
dat er in de inrichting een fout was gemaakt, dan zou klager de kosten vergoed krijgen. De rekening bedroeg € 21. Het was een kies in de linker onderkaak. Klager wil graag dat de door hem gemaakte kosten door de inrichting worden vergoed.

De tandarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is het er niet mee eens dat hij de rekening van een bezoek aan de eigen tandarts, gedaan tijdens een verlof, zelf moet betalen. Volgens de tandarts is klager goed over zijn rechten geïnformeerd en wist dat hij, als hij er voor koos om zijn eigen
tandarts te bezoeken, die kosten zelf zou moeten dragen. De klacht is, na een bemiddelingspoging door het hoofd van de medische dienst bij de p.i., doorgezonden aan de tandheelkundig adviseur. De adviseur bevestigde het standpunt van de inrichting.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht op grond van de stukken en het ter zitting toegelichte, voldoende aannemelijk dat klager na een bezoek aan de inrichtingstandarts klachten bleef houden aan een - door die tandarts gevulde - kies en dat die problemen na een
bezoek aan de eigen tandarts (buiten de inrichting) snel werden opgelost door het afslijpen van de te hoge vulling. Dat verhelpen van die klacht had naar het oordeel van de beroepscommissie ook door de inrichtingstandarts kunnen en moeten worden
gedaan.
Het aan klager verstrekken van kruidnagel en laten wachten tot een volgende behandelafspraak moet, gelet op de relatief eenvoudige oplossing voor klagers probleem, als onvoldoende zorgvuldig medisch handelen van de tandarts en mitsdien als handelen in
strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming. Zij zal bij het bepalen van de hoogte daarvan uitgaan van de door klager bij zijn eigen tandarts gemaakte kosten en van de door klager ten behoeve van de
behandeling gemaakte reiskosten. Zij bepaalt de hoogte van de tegemoetkoming daarom op € 60,-.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Ter Apel toekomende tegemoetkoming op € 60,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, prof.dr. W.J. Schudel en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven