Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3031/GB, 28 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3031/GB

Betreft: [klager] datum: 28 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de op 24 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissingen waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissingen
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting, hierna: (z.)b.b.i. afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 12 oktober 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 11 juli 2012 is klager geplaatst in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den
IJssel.

2.2. Bij uitspraak van 3 april 2012 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie is klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf in verband met alcohol op cel gegrond verklaard. De directeur is niet in beroep gekomen
waardoor
deze uitspraak onherroepelijk is geworden.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen in verband met het risico van slachtofferconfrontatie. Klager woont echter niet in Spijkenisse of Maassluis, maar in Dordrecht. Er zou gevaar voor recidive zijn, maar klager vraagt zich af hoe dit is vastgesteld. Risc was
niet mogelijk voor hem en dit is zijn eerste detentie. Zijn verzoek is pas zeven weken na de aanvraag doorgestuurd door de inrichting. Klager heeft beklag ingediend tegen deze stagnatie.
Hij wil overal aan meewerken en re-integreren, maar wordt tegengewerkt, omdat hij een ontkennende verdachte is.
Volgens de selectiefunctionaris zou zwaar wegen dat klager beroep in cassatie heeft aangetekend. De wet is veranderd en klager moet gewoon worden behandeld als een afgestrafte.
De selectiefunctionaris begint over ‘alcohol op cel’. De bronnen van de selectiefunctionaris zijn niet juist. Er is wel degelijk een reclasseringsadvies. Klager zal dit wanneer hij het heeft ontvangen opsturen. Verwezen wordt naar 11/4475/GB.
Het Openbaar Ministerie (OM) zal nooit positief adviseren, maar dit mag geen belemmering zijn om te faseren. De politie heeft positief geadviseerd ter zake van klagers verlofadres.
Gezien de bijzondere en zeer gevoelige situatie, waarin klager zich als voormalig medewerker van de Koninklijke Marechaussee bevindt, behoeft de zaak extra behandeling. Verzocht wordt om een mondelinge behandeling van het beroep of, indien de
beroepscommissie dit verzoek afwijst, aan de raadsvrouw een termijn te geven voor een schriftelijke reactie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De gemotiveerde negatieve adviezen hebben geleid tot de beslissing vooralsnog klager niet te selecteren voor een regime met een beperkt beveiligingsniveau. Het OM heeft recent aangegeven bij het standpunt te blijven zoals ingenomen in september 2011.
Het OM-advies is zwaarwegend, omdat klager beroep in cassatie heeft ingediend en derhalve nog preventief gehecht is. Door de inrichting is negatief geadviseerd voor een b.b.i. in verband met een strafoverplaatsing en het in bezit hebben van alcohol op
zijn cel. Klager is pas sinds 11 juli 2012 geplaatst in de p.i. Krimpen aan den IJssel, waardoor er nog geen beeld van hem op te maken was. Bovendien ontbreekt er een reclasseringsadvies. De bedoeling is dat in de beoordeling of iemand in aanmerking
kan
komen voor meer vrijheden ook het advies van de reclassering voor wat betreft recidiverisico en criminogene factoren wordt meegewogen. In klagers geval kan de reclassering, omdat klager geen openheid van zaken wil geven, geen inschatting maken. Het is
onjuist dat klager de rest van zijn detentie, zestien maanden van de vijf jaar, in een gesloten inrichting zou moeten doorbrengen. Vooralsnog is er voor doorfasering naar een (z.)b.b.i. onvoldoende vertrouwen. Aan de hand van actuele informatie kan
later opnieuw een beslissing worden genomen.

3.3. Door klager is een reclasseringsrapportage van 26 november 2012 aan de
beroepscommissie toegestuurd, waaruit het advies volgt om klager in aanmerking te laten komen voor detentiefasering met elektronisch toezicht

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie volgt de stelling van klagers raadsvrouw dat in verband met klagers situatie als voormalig medewerker van de Koninklijke Marechaussee zijn beroep ‘extra behandeling’ zou behoeven en mondeling zou dienen te worden behandeld
niet, noch ziet zij reden om aan klagers raadsvrouw een nadere termijn te geven. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek af.
.
4.2. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van ten minste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. In de inrichtingsrapportage van 19 september 2012 heeft de inrichting toentertijd gesteld dat zij in verband met zijn korte verblijf in de inrichting geen goed beeld van klager had. Aangesloten is bij het advies van het OM dat in een
telefoongesprek heeft aangegeven te blijven bij het standpunt als ingenomen in september 2011. Bij de stukken is het advies van het OM gevoegd dat gedateerd is 15 september 2011. Op dit advies is met de hand geschreven: ‘Nagebeld bij het OM. Het OM
blijft bij het standpunt.’ Bij de stukken is voorts een advies van het OM gedateerd 16 mei 2012 gevoegd, waaruit volgt dat bezwaar wordt gemaakt tegen verlening van incidenteel verlof ‘gelet op de ernst van het feit, positie slachtoffers, vrees
herhaling en maatschappelijke onrust’. De beroepscommissie is van oordeel dat de bij de stukken gevoegde adviezen van het OM onvoldoende zijn onderbouwd. Nu het advies van het OM bepalend lijkt voor de beslissing van de selectiefunctionaris - het
beklag
gericht tegen oplegging van een disciplinaire straf in verband met alcohol op cel is immers gegrond verklaard en de directeur heeft geen beroep ingesteld - is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing niet op goede gronden rust. Daarbij komt
dat
inmiddels de reclassering positief heeft geadviseerd ten aanzien van detentiefasering. Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie klagers beroep gegrond verklaren en de beslissing van de selectiefunctionaris vernietigen.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven