Nummer: 12/2796/GB
Betreft: [klager] datum: 28 december 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van Unit 7 te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 4 oktober 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van
Unit 1 te Vught, een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (b.p.g.-afdeling) met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau. Op 30 juli 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van Unit 7 te Vught, waar een regime van
algehele gemeenschap geldt. Op 31 oktober 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein. Op 6 november 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is ten onrechte overgeplaatst naar de b.p.g.-afdeling van de p.i. Vught. Hij heeft bezwaar ingediend tegen deze overplaatsing en dit bezwaar is gegrond verklaard. Klager is vervolgens overgeplaatst naar de gevangenis van Unit 7 te Vught. Klager
is het niet eens met deze overplaatsing. De redenen voor de overplaatsing zijn onjuist. Klager had geen problemen met iemand in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Klager wil graag teruggeplaatst worden naar de locatie Zuyder Bos.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 2 juni 2012 is er een melding binnen gekomen dat klager samen met een medegedetineerde het plan had om uit te locatie Zuyder Bos te ontsnappen. Klager is vervolgens overgeplaatst naar de b.p.g.-afdeling van de p.i. Vught. Klager is tegen deze
beslissing in bezwaar gegaan. Klagers bezwaar is gegrond verklaard, omdat niet met harde feiten kon worden onderbouwd dat klager het plan had om te ontvluchten. Klager is derhalve overgeplaatst naar de gevangenis van Unit 7 te Vught. Klager wilde
echter
teruggeplaatst worden naar de locatie Zuyder Bos en daarom is hij tegen deze beslissing in bezwaar gegaan. Dit bezwaarschrift is ongegrond verklaard, omdat het voorval de orde, rust en veiligheid in de locatie Zuyder Bos ernstig heeft verstoord. Bij
een
celcontrole op 2 juni 2012 is een usb-stick in klagers cel aangetroffen.
Klager geeft aan dat hij geen problemen had met iemand in de locatie Zuyder Bos. In het selectieadvies wordt echter aangegeven dat klager een lastige man is die altijd klachten heeft. Klager kan moeilijk nee accepteren en hij heeft geprobeerd
medegedetineerden op te jutten zodat er een negatieve sfeer ontstond.
De selectiefunctionaris acht een overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos niet gewenst of noodzakelijk, gelet op het feit dat de melding de orde en de veiligheid in de locatie Zuyder Bos heeft verstoord, contrabande in klagers cel is aangetroffen,
klagers gedrag in de locatie Zudyer Bos te wensen overliet en klager geen binding heeft met de regio Noord-Holland.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van Unit 7 te Vught is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager is, na de gegrondverklaring van het door hem ingediende bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de b.p.g.-afdeling van de p.i. Vught, overgeplaatst naar de gevangenis van Unit 7 te Vught. Klager wilde echter
teruggeplaatst worden naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos.
4.3. De beroepscommissie van oordeel dat er geen zwaarwegende bezwaren waren tegen een terugplaatsing van klager naar de locatie Zuyder Bos. Uit de stukken blijkt dat klager is overgeplaatst vanuit de locatie Zuyder Bos naar de b.p.g.-afdeling van
de
p.i. Vught, omdat het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) op 6 juni 2012 de melding had gedaan dat klager mogelijk zou willen ontsnappen uit de locatie Zuyder Bos. Dat sprake zou zijn van een plan tot ontvluchting kon echter niet met harde
feiten worden onderbouwd. De beroepscommissie is van oordeel dat voorzover door de melding van het GRIP de orde, rust en veiligheid in de locatie Zuyder Bos verstoord zijn geweest, het niet aannemelijk is, zonder nadere feitelijke onderbouwing, dat
hiervan ook thans nog sprake is. Aldus is er onvoldoende grond voor een weigering tot terugplaatsing van klager naar de locatie Zuyder Bos. Hetgeen de selectiefunctionaris voor het overige heeft aangevoerd kan hiervoor evenmin voldoende grond vormen.
De
op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Nu
klager inmiddels vanuit Unit 7 te Vught is overgeplaatst naar de p.i. Nieuwegein en vervolgens vanwege zijn negatieve gedrag vanuit de p.i. Nieuwegein is overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht, zal de beroepscommissie volstaan met deze gegrondverklaring
en zal zij de selectiefunctionaris niet opdragen om een nieuwe beslissing te nemen. Om deze reden acht de beroepscommissie ook geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 28 december 2012
secretaris voorzitter