nummer: 12/3248/GV
betreft: [klager] datum: 28 december 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.G.M. Kral, namens
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 11 oktober 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster alsmede haar raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, om haar beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Het argument dat het verlof thans maatschappelijk onaanvaardbaar is, is onvoldoende onderbouwd en onjuist. Het verlof is afgewezen omdat er twee openstaande rechtbankzaken zouden zijn. Dit is ook
onjuist. De twee zaken zijn gevoegd. De dagvaarding voor deze zaken is bij brief van 17 oktober 2012 ingetrokken. Nu niet wordt vermeld dat klaagster op korte termijn een nieuwe oproeping zal ontvangen, dient ervan uit te worden gegaan dat de zaak
geseponeerd is.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Navraag bij het arrondissementsparket te Den Haag heeft opgeleverd dat de openstaande zaak van klaagster inderdaad is afgemeld voor de zitting op 15 november 2012, maar niet
dat
deze is geseponeerd. Een nieuwe datum is niet bekend. Gezien de eerste dagvaarding kan worden aangenomen dat de openstaande zaak nog tijdens deze detentie zal worden behandeld. Daarmee staat de einddatum van de detentie niet vast.
Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Nieuwersluis heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, wegens openstaande rechtbankzaken.
De advocaat-generaal van het gerechtshof Den Haag heeft in zijn laatste advies van 28 augustus 2012 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen fasering.
De politie heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verlofadres.
3. De beoordeling
Klaagster onderging een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens onder meer valsheid in geschrifte, mensensmokkel en witwassen. De fictieve einddatum valt op of omstreeks 9 augustus 2013. Gebleken is dat klaagsters detentie sinds 13 november
2012 voor onbepaalde tijd is geschorst tot de eerstvolgende zitting waarop haar zaak inhoudelijk zal worden behandeld.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klaagsters tweede verlofaanvraag. Zij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
De Staatssecretaris heeft bij beslissing van 11 oktober 2012 klaagsters verzoek om verlof afgewezen omdat zij twee openstaande rechtbankzaken heeft. Op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting (hierna: de Regeling) komt een gedetineerde in aanmerking voor algemeen verlof wanneer zijn strafrestant nog ten minste drie maanden en ten hoogste een jaar bedraagt. Blijkens de toelichting bij dit artikel, mag een gedetineerde, om in
aanmerking te kunnen komen voor algemeen verlof, niet verwikkeld zijn in gerechtelijke procedures op grond waarvan de oorspronkelijke ontslagdatum nog zou kunnen verschuiven.
Bij de stukken bevindt zich een bericht van intrekking d.d. 17 oktober 2012 van de Officier van Justitie, waarbij de dagvaarding van klaagster voor de zitting van de politierechter van 15 november 2012 is ingetrokken. Een nieuwe datum is volgens de
Staatssecretaris niet bekent en door klaagster is onweersproken gesteld dat de openstaande zaken gevoegd worden behandeld. Gelet hierop is niet gebleken dat de einddatum van klaagsters detentie nog tijdens de huidige detentie zou kunnen opschuiven. Het
beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard. Klaagster bevindt zich inmiddels in vrijheid. De beroepscommissie zal derhalve volstaan met een vernietiging van de bestreden beslissing. Nu de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing niet meer
ongedaan zijn te maken, zijn er termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klaagster. De beroepscommissie stelt deze vast op € 50,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij bepaalt de aan klaagster toekomende tegemoetkoming op € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van L.J.M. Klop, secretaris, op 28 december 2012
secretaris voorzitter