Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2809/GA, 21 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2809/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Kellermann, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Almelo,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2012, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Karelskamp te Almelo, [...], en een afdelingshoofd van voormelde inrichting, [...], gehoord.
Klagers raadsman heeft op 30 november 2012 schriftelijk bericht dat hij en klager niet ter zitting zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van de directeur om klager tijdelijk onder te brengen in de gesloten setting van het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Almelo in verband met werkweigering, waardoor klager door zijn werkgever is ontslagen en de
directeur hem heeft voorgedragen voor herselectie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk - zakelijk weergegeven - toegelicht. Bij uitspraak van de alleensprekende beklagrechter van 7 mei 2012 met beklagnummer AL 2012/66 is klager
niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Als gevolg hiervan is zijn schorsingsverzoek afgewezen. De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 7 augustus 2012 met nummer 12/1500/GA de uitspraak van de beklagrechter van 7 mei 2012 vernietigd en de zaak
teruggewezen. Klager heeft door de onterechte niet-ontvankelijkverklaring nooit een kans gehad op een inhoudelijke behandeling van zijn schorsingsverzoek. Het heeft ruim vijf maanden geduurd voordat de beklagcommissie het beklag inhoudelijk heeft
behandeld. Uiteindelijk is het beklag ongegrond verklaard op grond van feiten waar klager het niet mee eens is. Klager heeft lang in onzekerheid verkeerd. Klager verzoekt om toekenning van een tegemoetkoming.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Niendure. Hij werkte voor de
brandweer op het vliegveld Twente. Op 4 april 2012 heeft klagers werkgever twee keer telefonisch contact opgenomen met het afdelingshoofd. In het eerste gesprek gaf de werkgever aan dat klager een aantal waarschuwingen heeft gekregen naar aanleiding
van
zijn gedrag. In het tweede gesprek vertelde de werkgever dat klager niets meer deed en er geen zicht meer was op hem. Klager is daarom met een busje van het vliegveld opgehaald en direct overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Karelskamp. De
directeur wilde hiermee voorkomen dat klager in een afzonderingscel moest worden geplaatst. Het kan namelijk enige tijd duren voordat de selectiefunctionaris een beslissing tot overplaatsing neemt. De directeur heeft geen invloed op de snelheid waarmee
de selectiefunctionaris beslist. Hij kan echter ook niet het risico lopen dat klager zich aan zijn detentie onttrekt. Volgens de directeur is daarom gekozen voor de minst kwalijke weg. De directeur weet zeker dat klager is gehoord. Klager was niet boos
en had geen commentaar. Hij zei alleen “prima”.

3. De beoordeling
Klager was gedetineerd in de z.b.b.i. van de locatie Niendure te Almelo en werkte voor de brandweer op het vliegveld. Blijkens de schriftelijke mededeling van 4 april 2012 heeft de directeur beslist om klager tijdelijk onder te brengen in de gesloten
setting van het h.v.b. van de locatie De Karelskamp te Almelo voor de duur van veertien dagen, omdat klager negatief gedrag heeft vertoond op zijn werkplek en hij heeft geweigerd de opgedragen werkzaamheden uit te voeren. De werkgever had aangegeven
dat
klager niet meer welkom was. Uit het verhandelde ter zitting volgt dat de directeur met de plaatsing van klager in het h.v.b. heeft geprobeerd om plaatsing in afzondering in afwachting van klagers herselectie te voorkomen, omdat de selectiefunctionaris
- volgens de directeur - in dergelijke zaken niet tijdig een beslissing neemt.

De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager door de directeur is gehoord en dat hij door zijn gedrag aanleiding heeft gegeven aan de werkgever om de directeur te laten weten dat klager op het werk niet meer welkom was. Echter, de
beslissing van de directeur tot tijdelijke onderbrenging in het h.v.b. is geen disciplinaire straf of ordemaatregel zoals de wet die kent. Bovendien is ingevolge artikel 15, derde lid, van de Pbw uitsluitend de selectiefunctionaris bevoegd te beslissen
omtrent de plaatsing en overplaatsing van gedetineerden en niet de directeur. Derhalve is de beslissing van de directeur genomen in strijd met de wet. Gelet op het voorgaande zal het beroep van klager dan ook gegrond worden verklaard. Het beklag zal
alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet geen aanleiding voor toekenning van een tegemoetkoming aan klager, nu voldoende aannemelijk is geworden dat sprake was van werkweigering en de directeur in de gegeven omstandigheden heeft
getracht te handelen in het belang van klager door hem geen ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel op te leggen in afwachting van de beslissing tot overplaatsing van de selectiefunctionaris.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 21 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven