Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2945/TB, 14 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:14-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2945/TB

betreft: [klager] datum: 14 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 11 september 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 november 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager en zijn raadsman hebben desgevraagd aangegeven geen bezwaar te maken tegen de samenstelling van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager na herbeoordeling te plaatsen in een longstayvoorziening van de Pompestichting, hetgeen moet worden begrepen als een beslissing tot het voortzetten van klagers verblijf in genoemde longstayvoorziening.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 27 november 1996 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien jaar met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beslissing van 21 februari 2007
is klager geplaatst in een longstayvoorziening van de Pompestichting.
Het hoofd van de Pompestichting heeft op 19 maart 2012 aangegeven dat klagers verblijf in de longstayvoorziening dient te worden gecontinueerd. Psychiater M. en psycholoog Van A. en hebben in rapportages van respectievelijk 23 juli 2012 en 26 juli 2012
geadviseerd klagers longstaystatus voort te zetten.
Vervolgens is op 3 september 2012 door de landelijke adviescommissie plaatsing (LAP) geadviseerd klagers longstaystatus te continueren. De Staatssecretaris heeft op 11 september 2012 beslist klagers verblijf in de longstayvoorziening voort te zetten.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er dient zo spoedig mogelijk een start te worden gemaakt met een nieuw resocialisatietraject in een andere inrichting. Uit de beslissing verlenging tbs van de rechtbank Arnhem van 25 september 2009, bladzijde vier bovenaan, blijkt dat er een toezegging
is gedaan door hoofdbehandelaar B. dat er een nieuwe resocialisatiepoging zou worden ondernomen door de inrichting. De toezegging is niet nagekomen en glashard ontkend in een later stadium. De inrichting is hier ernstig in tekort geschoten. Klager is
daar heel verbolgen over. Klager heeft in 2009 zes à zeven gesprekken gehad met hoofdbehandelaar B. Hoofdbehandelaar B. zei klager dat het goed ging en dat er niet meer aan klager gesleuteld moest worden. Gezocht werd naar een fusieplek bij de Gelderse
Roos, maar dit is nooit teruggekoppeld aan klager. Een gesprek met B. zal niet helpen. Dat mogelijkheden worden gezien voor een continue medicamenteuze behandeling voor ADHD, EMDR, stemmingstabilisering en protocollaire behandeling van de
persoonlijkheidsstoornis klinkt leuk, maar klager is niet voor niets vrijwillig naar de longstay gegaan. Daar is geen behandeldruk. Het gaat goed met klager in de longstay.
In de beslissing van het gerechtshof Arnhem van 19 december 2011 is ten overvloede overwogen dat het gerechtshof ervan uitgaat dat in de komende periode helderheid zal worden verschaft over de aan klager gedane toezeggingen met betrekking tot de
mogelijkheid van een nieuw resocialisatietraject.
Klager heeft inmiddels een verzoek ingediend om begeleid verlof.
Klager had al lang uit de tbs moeten zijn. Getoetst had kunnen worden of klager wel of niet kan omgaan met zijn vrijheid. Gezocht moet worden naar een plek waar klager nog een kans krijgt zoals hem is toegezegd en waar hij kan aantonen dat hij het wel
kan. Om klager verlof te verlenen, hoeft hij niet behandeld te worden.
Klager gebruikt medicatie voor ADHD, verhoogde dosis, een middel tegen epilepsie en een stemmingstabilisator. Concerta neemt hij nu oraal. Het depot is afgebouwd.
Klager is dit jaar 40 geworden. Zijn ouders worden hulpbehoevend.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
In het kader van de herbeoordeling van klagers longstaystatus is advies uitgebracht door de inrichting, de psychiater, de psycholoog en de LAP en is geadviseerd om de longstayplaatsing voort te zetten. Deze adviezen zijn gebaseerd op recentere
informatie dan de informatie uit 2009 waar klager naar verwijst. De LAP adviseert longstaystatus met een laag individueel beveiligingsniveau te continueren, maar wel om geleidelijk vanuit die voorziening een pre resocialisatietraject met begeleide
verloven op te starten. Klagers aanvraag voor begeleid verlof is nog niet bij de verlofunit ontvangen.

4. De beoordeling
Bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Bij beslissing van 21 februari 2007 is klager geplaatst in een longstayvoorziening van de Pompestichting.

In paragraaf 6.3 van het Beleidskader longstay forensische zorg van 1 januari 2009, in werking getreden op 1 juni 2009, is bepaald dat door middel van een periodieke toets driejaarlijks door de LAP wordt beoordeeld of voortzetting van de longstaystatus
nog gerechtvaardigd is. Bij deze toets is het van belang de behandelingsvatbaarheid van de ter beschikking gestelde te onderzoeken.

Klager heeft aangevoerd dat zijn hoofdbehandelaar in 2009 een toezegging heeft gedaan dat er een nieuwe resocialisatiepoging zou worden ondernomen.
De beroepscommissie constateert dat uit de beslissing van de rechtbank Arnhem tot verlenging van klagers tbs van 25 september 2009 kan worden afgeleid dat ter zitting van de rechtbank een nieuwe resocialisatiepoging ter sprake is gekomen.
In het kader van de herbeoordeling van klagers longstaystatus zijn in 2012 rapportages en adviezen van de Pompestichting, de psychiater M. en de psycholoog Van A. uitgebracht. De beroepscommissie overweegt dat uit deze meer recente informatie naar
voren
komt dat klager in de huidige longstayvoorziening goed op zijn plek is.
Door de LAP is aangegeven dat klager niet intrinsiek gemotiveerd is voor behandeling. Klager heeft dit gegeven ter zitting bevestigd. De LAP acht een op verandering gerichte behandelingsprognose ongunstig, maar ziet op termijn wel mogelijkheden voor
een
resocialisatietraject middels het starten van begeleid verlof.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid op grond van de meer recente in 2012 uitgebrachte rapportages en adviezen van de inrichting, de psychiater, de psycholoog en de LAP, heeft kunnen
oordelen dat op dit moment een voortgezet verblijf van klager in een longstayvoorziening in de rede ligt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven