Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2869/TA, 11 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2869/TA

betreft: [klager] datum: 11 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 augustus 2012 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 november 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...]. De raadsman van klager, mr. J.J. Weldam, heeft
schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beschadiging van klagers schoenen tijdens een kamercontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beginsel van een eerlijk proces is geschonden omdat de raadsman van klager niet is uitgenodigd voor de zitting van de beklagcommissie na
aanhouding van de behandeling van de zaak door de beklagcommissie.
Tijdens een kamercontrole heeft het personeel de binnenzolen van klagers pas nieuwe schoenen kapot gescheurd. Het gaat om drie paar schoenen. Klager wil geen medewerking verlenen door de schoenen af te geven aan de inrichting voor reparatie. Ook niet
door eerst één paar schoenen te laten repareren. Hij is bevreesd dat de zolen niet goed worden bevestigd en daardoor de schoenen niet lekker meer lopen. De zolen zijn overigens zodanig losgescheurd dat dit in zijn visie niet meer is te herstellen. Het
losscheuren van de zolen is al eens eerder gebeurd. Toen heeft klager geprobeerd de schoenen zelf te repareren. Klager wil gewoon een uitspraak op zijn klacht. Hij wenst geen bemiddeling noch dat over de schade wordt onderhandeld.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep geantwoord zoals tegenover de beklagcommissie. De inrichting is bereid de schade aan de schoenen te laten herstellen door een reparatie op kosten van de inrichting te laten uitvoeren

3. De beoordeling
Klager klaagt over de schade aan zijn schoenen, die is ontstaan doordat tijdens een kamercontrole door personeel van de inrichting de binnenzolen zijn losgetrokken. De inrichting is bereid de schade te laten herstellen in de vorm van het laten
uitvoeren
van de benodigde reparatie op kosten van de inrichting. De beroepscommissie begrijpt hieruit dat het hoofd van de inrichting geen verweer voert ten aanzien van klagers stelling dat de schade aan de schoenen door toedoen van het personeel is ontstaan.
Mitsdien is het beroep gegrond. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.

Indien de rechtsgevolgen van de vernietigde beslissing niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt, kan aan klager op grond van art 68 lid 4 jo. art 66 lid 7 van de Bvt een tegemoetkoming worden toegekend. Uitgangspunt is dat de tegemoetkoming bedoeld is
voor door een klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie
stelt echter vast dat gelet op klagers standvastige houding om niet mee te werken aan (het aanbod van de inrichting voor) het laten herstellen van de schoenen, de hoogte van de schade niet kan worden vastgesteld. De beroepscommissie acht derhalve
slechts termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen van € 25,=

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.Zij kent aan verzoeker een tegemoetkoming toe van € 25,=

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 11 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven