Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1495/GA, 19 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1495/GA

betreft: [klager] datum: 19 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 7 mei 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn [...] vestigingsdirecteur van de p.i. Limburg Zuid, en [...], juridisch medewerker bij voormelde p.i., gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens schreeuwen en trappen tegen de celdeur en de dreiging om de celinventaris kort en klein te
slaan.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 52,50.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In het betreffende verslag wordt klagers rol duidelijk vermeld. De correcte procedure is gevolgd en klager is voor zijn rol in het incident disciplinair gestraft. Klager heeft, na de aanzegging van het verslag, gedreigd zijn celinventaris te vernielen.
Een en ander rechtvaardigt volgens de directeur de opgelegde disciplinaire straf. Bij incidenten met gedetineerden die verblijven in een meerpersoonscel geldt de hoofdregel dat, als een directe dader van een voorval niet kan worden opgespoord, beide in
de betreffende cel verblijvende gedetineerden verantwoordelijk worden geacht voor dat voorval. In dit geval stond in ieder geval vast dat klager heeft gescholden. De directeur houdt klager ook verantwoordelijk voor het schoppen tegen de celdeur. Indien
klagers medegedetineerde zou hebben verklaard dat alleen hij tegen die celdeur heeft geschopt, was de aan klager opgelegde disciplinaire straf vermoedelijk lager uitgevallen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op 7 april 2012 is – blijkens het opgemaakte verslag – een onenigheid ontstaan tussen (tenminste) drie gedetineerden die in twee naburige meerpersoonscellen verbleven. Mede gelet op het verslag staat vast dat klager heeft geschreeuwd en heeft gedreigd
de boel kort en klein te slaan. Gelet hierop is het niet onjuist om bij deze twee strafgronden (schreeuwen en dreigen) tevens te betrekken dat er tegen de deur is getrapt, zelfs als zou vast staan dat klager dat zelf niet heeft gedaan. Immers klager
heeft zich van dat trappen tegen de deur ook op geen enkele wijze gedistantieerd. Integendeel, hij heeft door te schreeuwen en later nog te dreigen een zelfstandig aandeel gehad in de ordeverstoring als geheel. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat
de
bestreden beslissing van de directeur – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als in strijd met een wettelijk voorschrift of als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep van de directeur is daarom gegrond, de
uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven