Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2592/GB, 16 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2592/GB

Betreft: [klager] datum: 16 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Berbee, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 10 april 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft meerdere malen verlof aangevraagd. Deze aanvragen worden stelselmatig afgewezen op basis van een oud advies van het Openbaar Ministerie (OM). Dit advies is eind 2011 opgesteld. Klager heeft zich tijdens zijn verblijf in de locatie Zwaag
(eind 2011) reeds aangemeld voor deelname aan interventies, waaronder ook een agressieregulatietraining. Pas medio juni 2012, toen klager al in de locatie Zuyder Bos verbleef, is een aanvang gemaakt met de interventies. Dit had kennelijk te maken met
een capaciteitsprobleem binnen de inrichting. Deze omstandigheid kan echter niet elke keer aan klager worden tegengeworpen.
Klager heeft een advies van de vrijhedencomissie van de locatie Zuyder Bos bijgevoegd. De vrijhedencommissie adviseert positief ten aanzien van het verlenen van verlof aan klager, mits dit verlof niet plaatsvindt in de regio Den Helder. Dit advies
dateert van 27 juli 2012 en is derhalve zeer recent.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft op basis van de negatieve adviezen van het OM en de locatie Zuyder Bos besloten om klager niet te selecteren voor plaatsing in een b.b.i. Klager is veroordeeld voor poging tot doodslag. Het slachtoffer was een persoon met
wie hij kort tevoren ruzie had gekregen. Hij heeft het slachtoffer zonder enige aanleiding met een mes in de zij gestoken. Klager is meerdere malen veroordeeld voor het plegen van agressiedelicten. Het delict waarvoor hij thans veroordeeld is, heeft
hij
gepleegd in zijn proeftijd. Klager neemt deel aan een traject in het kader van Terugdringen Recidive (TR). Hij heeft de cognitieve vaardigheidstraining inmiddels bijna met een positief resultaat afgerond. Klager dient nog een
arbeidsvaardighedentraining
en een agressieregulatietraining te volgen. Gelet op het door klager gepleegde delict is met name de agressieregulatietraining van belang. Indien deze training met succes is afgerond, komt klager in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. Gedetineerden
die een beperkt maatschappelijk risico vormen, kunnen in aanmerking komen voor plaatsing in een b.b.i. Klager voldoet thans nog niet aan dit criterium.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Met betrekking tot het verzoek van klager zijn van de zijde van de directeur positieve berichten ontvangen betreffende het gedrag van klager binnen de inrichting. Politie en verblijfadres zijn akkoord. Ambtshalve is het de beroepscommissie
bekend dat inmiddels twee verloven zonder incidenten zijn verlopen. Nu evenwel klager is veroordeeld voor het plegen van een ernstig geweldsdelict en uit de stukken blijkt dat klager reeds meerdere malen is veroordeeld voor het plegen van
agressiedelicten, heeft de selectiefunctionaris met het oog op het terugbrengen van het maatschappelijk risico tot een aanvaardbaar niveau, in redelijkheid kunnen oordelen dat klager eerst een agressieregulatietraining dient te volgen alvorens hij in
aanmerking kan komen voor overplaatsing naar een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, thans niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 16 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven