Nummer: 12/1225/GBT (tegemoetkoming)
Betreft: [klager] datum: 24 september 2012
UITSPRAAK
van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).
[...], hierna klager te noemen, heeft beroep ingesteld tegen de beslissingen van respectievelijk 10 april 2012 en 12 juni 2012, strekkende tot verlenging van zijn verblijf in de extra beveiligde inrichting (EBI) te Vught.
Bij uitspraak van 3 augustus 2012, nr. 12/1225/GB, heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard en daarbij tevens bepaald dat zij in een afzonderlijke beslissing zal bepalen of enige tegemoetkoming als bedoeld in artikel 73, vierde lid,
juncto
artikel 68, zevende lid, Pbw aan klager geboden is.
De selectiefunctionaris heeft bericht dat klager bij beslissing van 27 augustus 2012 is geselecteerd voor plaatsing in Unit 1 (de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught. Klager is op 27
augustus
2012 in Unit 1 van de p.i. Vught geplaatst.
Beoordeling
Klager heeft op 16 april 2012 beroep ingesteld tegen de beslissing van de selectiefunctionaris van 10 april 2012. De beroepscommissie heeft dat beroep bij beslissing van 3 augustus 2012 gegrond verklaard. Naar aanleiding van die gegrondverklaring
heeft
de selectiefunctionaris een nieuwe beslissing genomen en is klager op 27 augustus 2012 geplaatst in Unit 1 van de p.i. Vught. Nu het beroep gegrond is verklaard en de bestreden beslissing is vernietigd, moet worden geoordeeld dat klager ten onrechte
bijna vijf maanden in de EBI heeft verbleven. Gelet daarop acht de beroepscommissie termen aanwezig voor een financiële tegemoetkoming. Bij de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming gaat de beroepscommissie in beginsel uit van een bedrag van €
125,= voor iedere maand die een gedetineerde ten onrechte in de EBI heeft verbleven. Nu er in dit geval geen sprake is geweest van feiten of omstandigheden die tot een afwijking van dat uitgangspunt nopen, stelt de beroepscommissie de hoogte van die
tegemoetkoming vast op € 625,=.
Beslissing
De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 625,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, op 24 september 2012
secretaris voorzitter