Nummer: 12/2336/SGA
Betreft: [klager] datum: 26 juli 2012
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. A.A. Holleeder, namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde p.i. d.d. 17 juli 2012, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting
in een strafcel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 16 juli 2012 om 11.25 uur en eindigende op 30 juli 2012 om 11.25 uur, wegens het bij een celinspectie aantreffen van een mobiele telefoon.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 18 juli 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 25 juli 2012.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Namens verzoeker is naar voren gebracht dat niet is voldaan aan de eis dat de schriftelijke mededeling van de beslissing van de directeur, als bedoeld
in artikel 58, eerste lid, van de Pbw onverwijld aan verzoeker is uitgereikt. Dienaangaande is op grond van de stukken het volgende gebleken. Op 16 juli 2012 is verzoeker om 09.00 uur op grond van artikel 24, vierde lid, van de Pbw in afzondering
geplaatst en om 11.25 uur is hij door de directeur gehoord nadat er die dag een mobiele telefoon op zijn cel was aangetroffen. Verzoeker is daarbij medegedeeld welke sanctie zou volgen. De volgende dag om 15.45 uur is de gedagtekende en ondertekende
beslissing van de directeur aan verzoeker uitgereikt. De voorzitter overweegt dat “onverwijld” zoals bedoeld in artikel 58, eerste lid, van de Pbw “in beginsel binnen 24 uur” betekent. Behoudens bijzondere omstandigheden, zoals een overplaatsing, moet
deze termijn voldoende worden geacht om de schriftelijke mededeling te kunnen uitreiken. De directeur heeft in zijn schriftelijke reactie geen specifieke redenen kunnen noemen op grond waarvan de uitreiking pas later heeft kunnen plaatsvinden. Ook uit
de overige stukken is van dergelijke redenen niet gebleken. Een en ander maakt dat moet worden geconcludeerd dat de bestreden beslissing is genomen in strijd met de wet en dat de tenuitvoerlegging daarvan met onmiddellijke ingang moet worden geschorst.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de aan verzoeker opgelegde disciplinaire straf met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.
Aldus gegeven door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 26 juli 2012.
secretaris voorzitter