Nummer: 12/2549/SGB
Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2012
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in unit 7 van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijnde een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap alsmede een normaal beveiligingsniveau.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 7 augustus 2012, tot overplaatsing van verzoeker vanuit de
locatie Roermond naar de p.i. Vught.
De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift van 8 augustus 2012, van de beslissing op het bezwaarschrift van 10 augustus 2012, het op 11 augustus 2012 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende beroepschrift,
alsmede
van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 13 augustus 2012.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
Uit het schorsingsverzoek en de overige stukken blijkt dat verzoeker zich niet kan verenigen met zijn overplaatsing naar de p.i. Vught. Hij verzoekt om te worden overgeplaatst naar de locatie Sittard, zodat hij bezoek kan ontvangen van zijn ouders.
Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat verzoekers detentie in de locatie Roermond moeizaam is verlopen. Aan de beslissing van de selectiefunctionaris is ten grondslag gelegd dat verzoeker de orde en veiligheid in de
inrichting ernstig heeft verstoord. Er hebben zich meerdere incidenten voorgedaan. Deze incidenten hebben zich in een korte periode afgespeeld. Hoewel dit niet is aangetoond, is verzoeker op 3 augustus 2012 door medegedetineerden aangewezen als dader
van diefstal van shag en telefoonkaarten. Op 4 augustus 2012 is melding gemaakt van het feit dat verzoeker een medegedetineerde heeft aangevallen met een vork. Op 5 augustus 2012 was verzoeker betrokken bij een vechtpartij met een medegedetineerde
waarbij verzoeker gebruik heeft gemaakt van een zelf vervaardigd wapen. Voor dit laatste feit heeft hij een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een strafcel opgelegd gekregen. Gelet op bovenstaande incidenten achtte de directeur het in
verband met verzoekers veiligheid en de orde en veiligheid in de inrichting noodzakelijk om verzoeker voor te dragen voor herselectie. De selectiefunctionaris heeft beslist om verzoeker over te plaatsen naar de p.i. Vught, omdat verzoeker zich daar
tijdens een eerder stadium van zijn huidige detentie redelijk heeft gedragen, omdat verzoeker steeds vaker betrokken is bij incidenten en omdat verzoeker bij een eventueel volgend incident snel geplaatst kan worden op de afdeling voor
beheersproblematische gedetineerden. Gelet op het vorenstaande en in het bijzonder op het incident waarvoor verzoeker een disciplinaire straf opgelegd heeft gekregen, zijn er geen termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, nu niet op voorhand
gesteld kan worden dat de beslissing van de selectiefunctionaris onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris op
secretaris voorzitter