Nummer: 12/3742/SGA
Betreft: [klager] datum: 30 november 2012
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. D.S. Lösing, namens
[...], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende in de locatie Hoogvliet.
Verzoeker vraagt – zo verstaat de voorzitter het verzoek – om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van – zo verstaat de voorzitter
–
29 november 2012 – inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, ingaande op 29 november 2012 om 15.30 uur en eindigend op 13 december 2012 om 15.30 uur, wegens onttrekking aan detentie tijdens de
laatste fase van de aan verzoeker opgelegde ISD-maatregel.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 29 november 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 29 november 2012.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur wordt – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – voldoende aannemelijk dat verzoeker, die zich in de
extramurale fase van een aan hem opgelegde ISD-maatregel bevindt, geen gevolg heeft gegeven aan een opdracht van de directeur van de locatie Hoogvliet om – in overleg met de ketenpartners – tot nadere afstemming van afspraken te komen en dat verzoeker
vervolgens op 27 november 2012 door de politie is aangehouden en overgebracht naar de locatie Hoogvliet. Gelet daarop kon de directeur, mede gelet op het bepaalde in artikel 44e van de Penitentiaire maatregel (Pm), in redelijkheid beslissen de
onderhavige disciplinaire straf op te leggen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Voor zover bedoeld is schorsing te verzoeken de tenuitvoerlegging van de beslissing om de extramurale fase te beëindigen geldt dat van een dergelijke beslissing nog geen sprake is. Op de voet van het bepaalde in artikel 44m van de Pm is een dergelijke
beslissing, op advies van de directeur, voorbehouden aan de selectiefunctionaris. Indien de selectiefunctionaris een dergelijke beslissing zou nemen, kan verzoeker tegen die beslissing een bezwaarschrift indienen bij de selectiefunctionaris en, indien
de selectiefunctionaris een voor verzoeker negatieve beslissing neemt, beroep instellen bij de Raad. Pas nadat beroep is ingesteld kan om schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing tot terugplaatsing uit de laatste fase worden verzocht.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 november 2012.
secretaris voorzitter