Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2684/GB, 26 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2684/GB

Betreft: [klager] datum: 26 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 17 oktober 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in unit 1 van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 13 december 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis
(unit 7) van de p.i. Vught met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Op 19 juli 2012 is aan klager een disciplinaire straf opgelegd van 14 dagen plaatsing in afzondering, welke tenuitvoer is gelegd op de landelijke
afzonderingsafdeling van unit 1 van de p.i. Vught. Aansluitend is klager op 1 augustus 2012 geselecteerd voor de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden van unit 1 van de p.i. Vught, waar een individueel regime geldt en een uitgebreid
beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Op 19 juli 2012 heeft er een incident plaatsgevonden, waarbij klager twee personeelsleden heeft gebeten. Klager weet dat hij fout zat en accepteert ook de aan hem opgelegde disciplinaire straf. Hij
begrijpt echter niet waarom hij voor hetzelfde feit meerdere keren wordt gestraft. Klager hoort niet thuis op een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden. Het was een incident. Klager bevond zich in een fysieke confrontatie met het personeel
bij zijn overplaatsing naar de strafcel. De handelingen die werden verricht deden hem pijn en uit woede en onmacht heeft hij een personeelslid in de wang gebeten. Klager kreeg vervolgens een zak over zijn hoofd. Dit betrof een zwarte stoffen zak van
stevig katoen. Klager heeft last van astma en begon te hyperventileren. Hij voelde een vinger in zijn mond en heeft hierop gebeten. Hij beet door de stof heen. Klager heeft spijt van zijn agressief gedrag. Dit was de eerste keer in zijn detentie dat
hij
agressief gedrag heeft getoond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op de verblijfsafdeling waar klager verbleef was een situatie ontstaan, die een langer verblijf aldaar ongewenst en onmogelijk maakte. Door zijn zeer agressieve
handelen
heeft klager veel onrust veroorzaakt en zich ongeschikt gemaakt voor een regulier regime. Hij heeft personeelsleden gebeten. Ook op de afzonderingsafdeling bleef hij in dit agressieve gedrag volharden en moest hij zelfs opnieuw gefixeerd worden. Het
personeel moest zich onder doktersbehandeling stellen. Tevens is aangifte gedaan bij de politie. De plaatsing van klager op een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden is juist geweest.

4. De beoordeling
4.1. De unit 1 van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In
het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. De selectiefunctionaris heeft op basis van de over klager verstrekte gegevens omtrent zijn gedrag in redelijkheid kunnen oordelen dat klager in aanmerking komt voor
plaatsing
op een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden. Door klager is buitensporig geweld toegepast door het personeel tweemaal te bijten. Alhoewel het selectieadvies verder melding maakt van een rustige en vriendelijke houding van klager ten
opzichte van het personeel, kan de beslissing klager vooralsnog over te plaatsen naar een afdeling met een individueel regime niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie gaat er daarbij vanuit dat met enige regelmaat wordt
bekeken of uitplaatsing uit het individuele regime tot de mogelijkheden behoort. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 26 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven